In dit artikel zullen we Pelota vanuit verschillende perspectieven verkennen, waarbij we ons verdiepen in het belang, de impact en de relevantie ervan op verschillende gebieden. Pelota is een onderwerp dat de aandacht heeft getrokken van experts en enthousiastelingen, en aanleiding heeft gegeven tot discussie en reflectie over de implicaties ervan. Op deze pagina's zullen we de belangrijkste aspecten van Pelota analyseren, van de geschiedenis tot de huidige evolutie, inclusief de invloed ervan op de samenleving en de toekomstige projectie ervan. Door middel van interviews, analyses en getuigenissen willen we licht werpen op Pelota en de lezer een complete en verrijkende visie bieden op dit onderwerp dat vandaag de dag zo relevant is. Ga met ons mee op deze spannende reis door het universum van Pelota!
Pelota | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Pelote op een fronton in Baskenland
| ||||
Algemene gegevens | ||||
Type | teamsport/individueel | |||
Olympisch | 1900 | |||
|
Pelota vasca ('Baskisch pelottespel') is een balspel waarbij de spelers gebruik maken van muren. In meerdere steden in Baskenland bevinden zich kaatsmuren (frontón) waartegen dit spel gespeeld wordt. Het is een van de varianten van het kaatsen.
Het principe van het spel is dat twee spelers, of twee teams van elk twee spelers, elkaar een bal van ongeveer vijf centimeter doorsnede via een muur toespelen. Pelota vasca wordt gespeeld met de blote hand, met een racket (Pala of paleta) of met een cesta, een kleine gebogen mand aan een handschoen. Een andere naam voor deze sport is Jai-Alai, waarbij deze zeer langwerpige handschoenmand wordt gebruikt om heel hoge snelheden (tot +/- 305 kilometer per uur[1]) te bereiken. De bal mag slechts één stuit op de grond maken alvorens teruggespeeld te worden. Een punt wordt gescoord wanneer het de tegenstander onmogelijk is de bal na één stuit terug te spelen of de bal uitslaat. Er wordt gespeeld tot een puntenaantal tussen de 25 en 50.
Pelota vasca wordt gespeeld op een fronton (een overdekt gebied) of een trinquet (een veld van 9,3 meter breed en 28,5 meter lang). Wereldkampioenschappen worden gespeeld op een 36 meter lange frontonbaan van glad cement, een 54 meter lange (grand) frontonbaan van glad cement, een 30 meter lange frontonbaan voorzien van een synthetische laag en het trinquet van glad cement. De ondergrond waarop wordt gespeeld, heet cancha. Het fronton wordt begrensd door:
Op de ondergrond is een Falta-lijn (de voorste lijn) en Pasa-lijn (achterste lijn) gemarkeerd. De voorspeler, die het gebied dekt dat het dichtst bij de voormuur ligt, staat tussen de Flata-lijn en de Pasa-lijn. Hij poogt de bal te onderscheppen en terug te spelen. De achterspeler staat (ver) achter de Pasa-lijn en dekt het verst van de voormuur liggende deel van het veld af. De voorspeler speelt de returns weg van de achtermuur en speelt direct tegen de achterspeler van de tegenpartij; de achterspeler beantwoordt de aanvallen van de voorspeler van de tegenpartij, moet de bal in het spel houden en terugspelen. Op het fronton worden de varianten met de blote hand, pelota de goma, leren paleta, pala corta, frontenis en cesta punta gespeeld. De variant die op het trinquet gespeeld wordt, is verwant aan het tennis.
Er zijn zeven officiële soorten pelota vasca: