Poppenhuis

Uiterlijk naar zijbalk verplaatsen verbergen
Poppenhuis
Huiskamer van een poppenhuis (Maine, VS, 2006)
Naam Poppenhuis
Genre Miniatuur
Aard Materiaal Ambachtelijk te bewerken
Categorie Kunstverzameling, speelgoed
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

Een poppenhuis is een in het klein uitgevoerde versie van een gebouw of een deel van een gebouw, inclusief het interieur met meubelen en gebruiksvoorwerpen en vaak “bewoond” door poppen.

Poppenhuizen zijn er voor kinderen als speelgoed en voor volwassenen in de vorm van verzamel- of modelbouwobjecten. Naast volledige poppenhuizen met een dak en soms een opendraaiende voorgevel, bestaan er ook losse poppenkamers, -winkels, -keukens en vele andere vormen.

Daarnaast zijn er veel verzamelaars die zowel oude als nieuwe poppenhuizen bezitten. Deze huizen zijn niet gemaakt om mee te spelen, maar om naar te kijken. In verschillende musea staan er voorbeelden van. Deze poppenhuizen zijn cultuurhistorisch interessant omdat ze een beeld geven van de inrichting van de gegoede stand in vroeger tijden.

Als modelbouw werd het vervaardigen van poppenhuizen en miniaturen vanaf omstreeks 1990 populair.

Model van een graanschuur, Egypte 2200 v.Chr. The Oriental Institute, Chicago Duits poppenhuis uit de late 17e eeuw in het bezit van de familie Bäumler (Germanisches Nationalmuseum, Neurenberg) Keuken in het Bäumlerpoppenhuis Poppenhuis van Petronella de la Court (Centraal Museum, Utrecht) Het kantoor in het poppenhuis van Petronella de la Court Het kabinetpoppenhuis van Petronella Oortman (Rijksmuseum Amsterdam)

Oudheid

In de Oudheid vervaardigde men in Egypte en Mesopotamië kleine modellen van o.a. gebouwen, schepen, menselijke figuren, dieren en aardewerk. Het waren vaak grafvondsten, doel en betekenis zijn meestal niet bekend.

De oudste Duitse poppenhuizen

Het kabinetpoppenhuis van Petronella Oortman op een schilderij van Jacob Appel (1710) (Rijksmuseum, Amsterdam) De kraamkamer in het poppenhuis van Sara Rothé (Frans Halsmuseum, Haarlem) Kraamkamer in het poppenhuis van Agnes Maria Clifford (Amsterdam 1785-1810)

De oudste Engelse poppenhuizen

Kabinetpoppenhuizen in Amsterdam

Het kunstkabinet

In de 17e en 18e eeuw liet een kleine groep Nederlandse rijke burgervrouwen in Amsterdam ieder voor zich een poppenhuis bouwen in de vorm van een kunstkabinet. Zij richtten het in met kostbare materialen en bijzondere miniaturen, die in de stad volop beschikbaar waren. Vaak gaven zij ook opdrachten aan ambachtslieden. De kwaliteit van het geheel was bijzonder hoog. Deze kostbare verzameling verbeeldde de perfecte huishouding in die tijd. Het kabinetpoppenhuis was een bezienswaardigheid en de eigenares toonde het vol trots.

Petronella de la Court

Petronella de la Court (1624-1707) richtte haar kabinetpoppenhuis in tussen 1670 en 1690. Waarschijnlijk begon ze met de Kunstkamer, daarin bevinden zich de oudste gedateerde voorwerpen. Het kostbaar aangeklede poppenhuis bevat veel bijzondere voorwerpen en 34 poppen, waarvan er nog 28 over zijn. In 1758 verscheen een gedetailleerde veilingcatalogus. Petronella de la Court kende wellicht Petronella Dunois en Petronella Oortman in Amsterdam, zij bezaten ook een groot kabinetpoppenhuis. De la Court en Dunois waren familie van elkaar en ze woonden beiden aan het Singel.

Petronella Dunois

Petronella Dunois (1650-1695) woonde na de dood van haar ouders bij haar zuster Maria in Amsterdam. Beide zusters stelden een kunstkabinet samen, zij waren niet onbemiddeld. Slechts het poppenhuis van Petronella is bewaard gebleven. Het staat vermeld op haar lijst van huwelijksinbreng uit 1677. Het kabinet, ingelegd met marqueterie van notenhout, bezat oorspronkelijk twee deuren, door de ruiten kon men de Kraamkamer en de Beste Kamer zien. De inventaris uit de 17e eeuw is vrijwel helemaal bewaard gebleven, wel werd er in de loop der eeuwen steeds iets aan toegevoegd. Een inventarislijst uit 1730-1740 vermeldt onder andere 20 bijzondere poppen. Het poppenhuis bleef steeds in de familie en werd in 1934 aan het Rijksmuseum geschonken.

Petronella Oortman

Petronella Oortman (1656-1716) woonde met haar man Johannes Brandt in de Warmoesstraat. Zij werkte vanaf 1686 tot 1710 aan haar poppenhuis. Haar kabinet is groter dan de andere en prachtig versierd met marqueterie, het kostte voor die tijd een vermogen. De interieurs zijn zeer gedetailleerd en hebben natuurgetrouwe maatverhoudingen. Schilder Jacob Appel maakte in 1710 een nauwkeurig portret van het huis, met glasdeuren en gordijnen. Het schilderij toont een aantal poppen, maar deze zijn later uit het echte huis verdwenen, alleen een babypopje zit nog in een stoel. Het poppenhuis was in de 18e eeuw als kunstkabinet al zeer beroemd, uit binnen- en buitenland kwamen bezoekers kijken. Vanaf 1821 werd het openbaar tentoongesteld, vanaf 1887 staat het opgesteld in het Rijksmuseum.

Sara Rothé

Sara Rothé (1699-1751) woonde met haar man, de koopman Jacob Ploos van Amstel, in Amsterdam aan de Keizersgracht. Ze had in 1743 op een veiling 3 bestaande 17e-eeuwse poppenhuizen gekocht, deze waren vervaardigd door Cornelia van der Gon. Sara gaf opdracht om deze poppenhuizen uit elkaar te nemen en er twee nieuwe van te bouwen. Beide poppenhuizen hebben losse kamertjes, die als dozen in een kabinet zijn geplaatst. Sara vulde de collectie aan met nieuwe eigentijdse voorwerpen, ook maakte ze zelf borduur- en kaartweefwerk. Haar geschreven notities in boekjes over het ontstaan van haar poppenhuizen zijn voor wetenschappelijk onderzoek bijzonder waardevol. De poppenhuizen van Sara Rothé bevinden zich in het Gemeentemuseum Den Haag en in het Frans Halsmuseum te Haarlem.

Agnes Maria Clifford Lizzy Ansingh

Schilderes Lizzy Ansingh (1875-1959) was lid van de Amsterdamse Joffers, een groep kunstenaressen in Amsterdam rond 1900. Na haar opleiding aan de Rijksacademie schilderde Lizzy onder andere stillevens waarin poppen een grote rol speelden. Zij had daarvoor in 1910 op een veiling een 18e-eeuws kabinetpoppenhuis gekocht. Het kreeg een ereplaats in haar atelier op de derde etage van de Herengracht 495. Het poppenhuis met de verdere poppenverzameling inspireerde haar tot de 'poppenschilderijen' waarmee zij bekend werd. Het is van groot belang voor het begrijpen van Ansinghs schilderijen.

Het poppenhuis bestaat uit een vitrinekast, gemaakt omstreeks 1740-50, gefineerd met wortelnotenhout en mahonie. Het is 240 cm hoog, 153 cm breed en 48 cm diep. Waarschijnlijk werd het omstreeks 1830 omgebouwd tot poppenhuis. Twintig poppen wonen in acht kamers en een grote zolder. Diverse voorwerpen werden door de kunstenares toegevoegd.

Museum Arnhem kocht het stuk na de dood van Lizzy Ansingh en sinds 1963 stond het tentoongesteld in het in 2012 opgeheven Historisch Museum. Daarna werd het gerestaureerd en tentoongesteld in Erfgoedcentrum Rozet. Op 17 december 2014 keerden ook de schoongemaakte en gerestaureerde poppen terug in het kabinet. De restauratie is gesponsord door de Vrienden van Museum Arnhem.

19e eeuw

20e eeuw

Droomhuizen

Na 1900 ontstonden grote, boeiende projecten op miniaturengebied. In Nederland werden rond 1910 twee bijzondere poppenhuizen gebouwd. In twee Engelstalige landen bouwde men een koninklijk paleis, een sprookjeskasteel, een elfenpaleis en een serie museale toonkamers in historisch stijlen. Deze minutieus op schaal uitgevoerde droombouwwerken, vaak met details in kostbare materialen, vereisten veel creativiteit, man- en vrouwkracht en financiële investeringen. Architecten en vormgevers maakten ontwerpen. Kunstenaars en ambachtslieden van diverse disciplines werkten eraan mee.

Fokke Renooij en poppenhuis Juliana

Fokke Renooij (1863-1926) werkte als conducteur en later als controleur op de paardentram in Amsterdam. Tijdens zijn tochten door de stad bewonderde hij de fantasievolle, nieuwe architectuur. De huizen met torentjes, balkons, glas in lood en spionnetjes inspireerden hem bij de bouw van een poppenhuis voor zijn jongste dochter Maria. Ook de banketbakkerij op de Beukenweg, waar het gezin boven woonde, was een bron van inspiratie.

Renooij had veel belangstelling voor natuurkundige en technische onderwerpen. Voor zijn eigen huis maakte hij een grammofoon en een stofzuiger, heel bijzonder in die tijd. Ook las hij graag. Hij zat vol leuke ideeën voor het poppenhuis: pralineautomaatjes, veel spiegelglas, grappige opschriften, een klokkentoren en geheime laatjes! Maria's naam staat op de winkelramen. Hij moet wel met veel plezier aan het huis gewerkt hebben. In 1910 was het poppenhuis klaar, het heette net als het in 1909 geboren prinsesje Juliana. Er werd veel mee gespeeld door Maria en later door haar kinderen. Het poppenhuis bleef bij Maria's moeder Gerritje Broertjes. Na het overlijden van Gerritje kwam het bij haar verzorgster, wijkzuster Bussen, die er altijd al weg van was. Toen zij er ook niet meer voor kon zorgen schonk zij het in 1958 aan het Westfries Museum in Hoorn.

Lita de Ranitz

Jonkvrouwe Lita de Ranitz (1876-1960) speelde als kind met haar vriendinnetjes veel met een eenvoudig, door haar vader getimmerd poppenhuis. Toen de inventaris zich ook later nog langzaam maar zeker uitbreidde, gaf ze in 1910 opdracht voor een eigentijds poppenhuis. Herman J. Ros, leraar aan de Ambachtschool te Den Haag, nam na veel overleg de bouw op zich, met nieuwe snufjes zoals een badkamer en elektrisch licht. Jonkvrouwe De Ranitz ging door met verzamelen van miniaturen, kleine schilderijtjes van kunstenaars uit haar omgeving en kleine kunstvoorwerpen. Haar eigentijdse poppenhuis werd een soort kunstkabinet, zij herstelde hiermee een oude traditie. Dit huis geeft een goed beeld van een welvarende huishouding aan het begin van de 20e eeuw. De volledige collectie poppen, poppenhuizen, poppenkamers en winkeltjes van Lita de Ranitz bevindt zich op de zolder van het Haags Historisch Museum.

Aan het begin van de 21e eeuw was het hele poppenhuis dringend aan restauratie toe. Zeven verschillende restauratieateliers werden betrokken bij dit complexe proces. Ook de meubeltjes, vele voorwerpen van diverse materialen, de schilderijtjes en de poppen zijn gerestaureerd. De restauratie werd uitgevoerd in de periode februari tot en met september 2014.

Titania's Palace Het poppenhuis voor koningin Mary

De in zijn tijd zeer befaamde Engelse architect Sir Edwin Lutyens (1869-1944) tekende begin jaren twintig het ontwerp voor Queen Mary's Dolls' House en tuinarchitect Gertrude Jekyll (1843-1932) ontwierp de tuin. Het grote poppenhuis was een geschenk voor koningin Mary (1867-1954), de vrouw van koning George V. In maart 1924 was het miniatuurpaleis klaar en werd het getoond op een grote tentoonstelling in Londen. Vanaf 1925 staat het permanent in Windsor Castle opgesteld en is het toegankelijk voor publiek.

The Fairy Castle van Colleen Moore De Thorne Rooms

Narcissa Thorne (1882-1966) was een Amerikaanse kunstenares, bekend door haar 99 zeer gedetailleerde stijlkamers in schaal 1:12. Zij financierde en ontwierp deze gemeubileerde kamers tussen 1932 en 1940, haar deskundige medewerkers voerden de ontwerpen minutieus uit. De kamers hadden een didactisch opzet. Mrs. Thorne, zoals zij genoemd wordt, wilde het kunstminnende publiek bekend maken met historische interieurs uit Europa vanaf de late 13e eeuw tot 1930 en uit Noord-Amerika vanaf de 17e eeuw tot 1930. In 1954 kregen 68 stijlkamers een permanente behuizing in de kelderverdieping van het Art Institute te Chicago. Daar zijn ze tot op heden te bezichtigen.

Speelgoed

OKWA-poppenhuis 1974 Miniatuurvoorwerpen in schaal 1:12 (2007)

Zelfbouw en verzamelen

21e eeuw

Door de komst van technische ontwikkelingen als lasersnijden, de 3D-printer, ledverlichting en de Pepper's ghost techniek ontstaan nieuwe mogelijkheden.

Poppenhuizen in de 21e eeuw

De Fietsenwinkel van Willy Merlijn Poppenhuis Het Grachtenhuis

Het museum Het Grachtenhuis aan de Herengracht 386 te Amsterdam werd voor het publiek geopend in 2011. In het 17e-eeuwse grachtenpand wordt de geschiedenis van de Amsterdamse grachtengordel getoond met behulp van maquettes, animaties, multimedia en Het Grachtenhuis in miniatuur. In de kamers van dit grote poppenhuis spelen historische taferelen met muziek, gesproken tekst en gefilmde acteurs in historische costuums. De theaterscènes met hun poëtische sfeer komen tot leven met behulp van de Pepper's ghosttechniek.

Het Muizenhuis Poppenhuis Het Rembrandthuis

In 2014 begon een kleine groep vakminiaturisten in samenwerking met Het Rembrandthuis in Amsterdam een nieuw project. Een gedeelte van het woonhuis van Rembrandt werd nagebouwd in schaal 1:12. Het uitgevoerde ontwerp bevat verschillende kamers en de keuken, voorzien van de originele kleuren, tegels en marmerimitaties. Rembrandts schildersezel, zijn etspers en een aantal houten meubels vullen de vertrekken. Met behulp van de lasertechniek ontstonden reliëfs in mdf op kasten en bedsteden. Schilder- en etsbenodigdheden, schilderijlijsten, etenswaren en beddengoed zijn aanwezig, alles in miniatuur. Door de ramen met glas-in-lood valt 21e-eeuws licht naar binnen.

Op 1 mei 2018 is het poppenhuis officieel aangeboden aan het Rembrandthuis. Het staat nu bij de ingang en is te bewonderen door de bezoekers van het museum.

Poppenhuizen in musea

In Nederlandse musea

Buiten Nederland

Schaal

De standaardschaal waarin gewerkt wordt is 1:12, gebaseerd op de Engelse maten (1 inch : 1 foot). Overzicht van de poppenhuisschalen:

Schaal Manshoog Bijzonderheden
1:6 30 cm de schaal voor onder andere Barbiepoppen, ook gebruikt voor de miniatuurdesignstoelen van Vitra
1:10 18 cm de schaal in veel antieke poppenhuizen (het stak vroeger niet zo nauw)
1:12 15 cm de internationale standaardschaal voor poppenhuizen
1:18 10 cm de schaal voor moderne speelgoedpoppenhuizen en bijpassende meubeltjes, onder andere van het Zweedse merk Lundby
1:24 7,5 cm in het Engels: halfscale
1:48 3,75 cm in het Engels: quarterscale
1:144 1,25 cm de schaal voor een poppenhuis in het 1:12-poppenhuis

Verder lezen

Tijdschriften

Kinderboeken over een poppenhuis

Externe link