Portretrecht (Nederland)

Uiterlijk naar zijbalk verplaatsen verbergen
Wetsartikel Portretrecht
Land Nederland
Wet Auteurswet
Artikel 19, 20, 21

Het portretrecht is een uitzondering op, of beperking van, het Nederlandse auteursrecht. Met het portretrecht kan een geportretteerde persoon zich in bepaalde gevallen verzetten tegen publicatie (openbaarmaking of verveelvoudiging en verspreiding) van zijn portret.

Onder portret wordt in dit verband verstaan elke zichtbare weergave waarop een persoon herkenbaar is afgebeeld, bijvoorbeeld op een foto, schilderij, tekening of in filmbeelden. Als op een foto of film meerdere personen te zien zijn, kan elk van hen zo nodig het portretrecht inroepen. Het portretrecht wordt geregeld in de artikelen 19, 20 en 21 van de Nederlandse Auteurswet.

Portretrecht en auteursrecht

Het portretrecht is een onderdeel van de Nederlandse Auteurswet. Het is daarmee niet gelijkwaardig aan het auteursrecht. Dit is een exclusief recht dat door de maker of diens rechtverkrijgende jegens iedereen kan worden gehandhaafd wanneer er geen beperkingen of uitzonderingen aan de orde zijn. Het portretrecht daarentegen vormt in specifieke gevallen een van die beperkingen op het auteursrecht. Deze kan door de geportretteerde worden ingeroepen ter bescherming van de privacy of (redelijke) belangen van de geportretteerde.

Het verschil tussen portretrecht en auteursrecht kan worden uitgelegd aan de hand van het volgende voorbeeld. Wanneer iemand wordt gefotografeerd, komt het portretrecht toe aan de afgebeelde persoon en de auteursrechten komen in beginsel toe aan de maker van de foto.

Er zijn in de Nederlandse wetgeving enkele verschillen tussen het auteursrecht en het portretrecht:

Uit artikel 20 van de Nederlandse Auteurswet vloeit voort dat een fotograaf, aan wie weliswaar het auteursrecht op in opdracht van de geportretteerde persoon vervaardigde foto’s toekomt, desalniettemin niet bevoegd is de foto’s openbaar te maken zonder toestemming van deze geportretteerde. Zie verder hieronder m.b.t. portretten die al dan niet in opdracht zijn gemaakt.

Portret

Het juridische begrip portret is breder dan hoe het woord "portret" in het dagelijkse spraakgebruik wordt gebruikt. Voor een portret is niet vereist dat de geportretteerde daarvoor heeft geposeerd: ook een foto die stiekem is gemaakt kan een portret zijn. Ook is niet in alle gevallen vereist dat het gelaat van de geportretteerde zichtbaar is. In het Naturiste-arrest heeft de Hoge Raad bepaald dat ook slechts de afbeelding van een "typerende lichaamshouding" een portret kan opleveren. Bovendien hoeft de geportretteerde niet voor iedereen herkenbaar te zijn, maar is het voldoende dat de geportretteerde herkend kan worden door iemand die de geportretteerde kent. Deze ruime eisen resulteren erin dat ook een foto van een verdachte, voorzien van een zwart balkje, toch nog kan worden aangemerkt als portret. Ook een getekende karikatuur van Jan Peter Balkenende werd door de rechter aangemerkt als portret.

In opdracht en niet in opdracht

Er wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende situaties:

Portretten die in opdracht zijn gemaakt

Als een portret in opdracht is gemaakt, brengt het portretrecht een inperking van de rechten van maker of rechthebbende met zich mee. Deze maker of auteursrechthebbende heeft in beginsel het exclusieve recht om het werk openbaar te maken en te verveelvoudigen. Het portretrecht beperkt het recht om het portret openbaar te mogen maken. Daarvoor is toestemming nodig van de geportretteerde. Het tentoonstellen van foto's en het publiceren op internet is ook een vorm van openbaarmaken.

De afgebeelde persoon of diens nabestaanden mogen het portret vermenigvuldigen en openbaarmaken zonder toestemming van de maker. De maker heeft bij publicatie van het portret wel recht op naamsvermelding en overige persoonlijkheidsrechten.

Door middel van een quitclaim, of model release form wordt toestemming gevraagd voor openbaarmaking van het portret. Dit wordt door de filmindustrie en fotografen veel gebruikt.

Portretten die niet in opdracht zijn gemaakt

Veruit de meeste zaken gaan over portretten die niet in opdracht zijn gemaakt. In zo'n geval kan de afgebeelde persoon zich alleen verzetten tegen publicatie (openbaarmaking), voor zover die persoon een redelijk belang heeft om zich daartegen te verzetten. Er is geen grond om het maken van de foto zelf te verbieden. In de woorden van de Auteurswet:

Is een portret vervaardigd zonder daartoe strekkende opdracht, den maker door of vanwege den geportretteerde, of te diens behoeve, gegeven, dan is openbaarmaking daarvan door dengene, wien het auteursrecht daarop toekomt, niet geoorloofd, voor zover een redelijk belang van den geportretteerde of, na zijn overlijden, van een zijner nabestaanden zich tegen de openbaarmaking verzet.

De aanwezigheid van een "redelijk belang" hoeft niet direct te leiden tot een verbod om de foto te publiceren. De rechter dient ook rekening te houden met het belang om een foto wel te publiceren, in het bijzonder de persvrijheid en vrijheid van meningsuiting.

Het begrip "redelijk belang" kan worden onderverdeeld in twee categorieën: persoonlijke belangen en commerciële belangen.

Onder persoonlijke belangen wordt onder meer verstaan:

Een commercieel belang houdt in dat een bekende sporter of popster normaliter geld verdient met zijn of haar portretten, bijvoorbeeld door middel van merchandising. In zo'n geval kan de geportretteerde bezwaar maken tegen het gebruik van zijn portret. De geportretteerde moet dan wel "verzilverbare populariteit" genieten. Dit wordt niet snel aangenomen.

Sancties

De meest gebruikte sanctie voor inbreuk op portretrecht is het toekennen van schadevergoeding. Bijvoorbeeld, het illegaal openbaar tentoonstellen of op andere wijze openbaar maken van een portret is een overtreding, die kan worden bestraft met een geldboete van de vierde categorie.

Voorbeelden uit de Nederlandse jurisprudentie

Persoonlijk belang

Gebruik van een portret in reclame-uitingen

Misbruik van portret bij (poging tot) oplichting

In november 2019 slaagde de Nederlandse televisieproducent John de Mol erin middels een kort geding Facebook op straffe van een maximale dwangsom van 1,1 miljoen euro te verplichten nepadvertenties te weren waarin hij Bitcoins en andere cryptovaluta aanprijst (Celebbait). Middels dat misbruik van zijn afbeelding werd zijn portretrecht geschonden en zijn reputatie geschaad, doordat hij ten onrechte in verband werd gebracht met Bitcoin of dubieuze Bitcoin-investeringen. Artikel 21 van de Auteurswet (zie hierboven) geeft hem als geportretteerde het recht zich te verzetten tegen het verspreiden van zijn portret indien dat zou worden gebruikt voor oplichtingspraktijken en misleidende berichten. Het zonder De Mols toestemming gebruiken van zijn naam en portret ter ondersteuning van oplichtingspraktijken werd een inbreuk geacht op zijn persoonlijke levenssfeer, zijn eer en goede naam, en levert als zodanig reputatieschade op.

Commercieel belang

Jurisprudentie rondom geportretteerde

Jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens

Ook het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) krijgt regelmatig te maken met de afweging tussen het privacybelang van geportretteerden (art. 8 EVRM) en (meestal) vrijheid van meningsuiting (art. 10 EVRM). De Caroline von Hannover-arresten geven een goede indruk van hoe het EHRM met deze belangenafweging omgaat.

Zie ook

Externe links

Literatuur

Mediabestanden