Proces der 72

In de wereld van vandaag is Proces der 72 een onderwerp van toenemende relevantie en discussie. Met het verstrijken van de tijd heeft het steeds meer belang gekregen in de samenleving en heeft het verschillende aspecten van het dagelijks leven beïnvloed. Of het nu gaat om politiek, economie, technologie, cultuur of wat dan ook, Proces der 72 is een centraal onderwerp geworden dat tegenstrijdige meningen en uiteenlopende standpunten oproept. In dit artikel zullen we verschillende aspecten onderzoeken die verband houden met Proces der 72, de impact ervan op de samenleving analyseren en nadenken over de implicaties die het heeft voor ons heden en de toekomst.

Het Proces der 72, ook wel het eerste OD-proces genoemd, was een proces, gevoerd door de Duitse Sicherheitsdienst, waarbij 72 van de 86 gevangenen ter dood veroordeeld werden.

De gevangenen waren leden van de Ordedienst, de Delftse Mekel-groep, de Schoemaker-groep en dertien beroepsofficieren, die ondanks het ondertekenen van de erewoordverklaring aan het verzet hadden deelgenomen. Allen wachtte een zware straf.

Het proces begon eind maart[1][2] in het Berghotel [3] op de Amersfoortse Berg,[4] vlak bij Kamp Amersfoort. Het process begon met het verhoor van 86 mensen.

Op 11 april werd het vonnis gewezen tegen 72 mensen[5] in het Berghotel. OD'ers en 10 mannen van BOLT (opgericht door Herman Bolt) waren ter dood veroordeeld. De uitspraak van de leden van de Mekel-groep volgde op 18 april.

In Utrecht werden 63 vonnissen bekrachtigd, de overige 9 vonnissen werden omgezet in levenslang tuchthuisstraf. Daarna gingen de 63 veroordeelden per trein naar concentratiekamp Sachsenhausen, waar ze op zondag 3 mei 1942 met enkele andere gevangenen werden geëxecuteerd.

Executie op 3 mei 1942

Abgetrennt

De "72" kregen een deelvonis. Op 18 april werden enkelen van de andere gevangenen "abgetrennt"[5]. Zij kregen een apart vervolgproces. Op 18 augustus werd in Amsterdam ook tegen hen een doodvonnis uitgesproken. Zij werden 25 september 1942 gefusilleerd in de duinen bij Overveen. In 1954 werd hun as bijgezet in het ereveld in Loenen.[6] Het waren