Tegenwoordig is Psilotales een terugkerend onderwerp geworden in onze dagelijkse gesprekken. Of het nu op de werkvloer is, in de politiek, in de populaire cultuur of in onze persoonlijke relaties, Psilotales is in een of andere vorm aanwezig. Ondanks de alomtegenwoordigheid ervan zijn er echter nog steeds veel vragen en vragen rond Psilotales. In dit artikel zullen we de verschillende aspecten van Psilotales diepgaand onderzoeken, van de oorsprong en evolutie tot de impact ervan op de hedendaagse samenleving. Door middel van een kritische en reflecterende blik zullen we proberen beter te begrijpen wat Psilotales werkelijk is en hoe het ons leven beïnvloedt.
Psilotales | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||
Psilotum nudum | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Orde | |||||||||||||
Psilotales Prantl | |||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||
Psilotales op ![]() | |||||||||||||
|
De Psilotales zijn een orde van primitieve varens, behorende tot de klasse Psilotopsida.
De Psilotales worden gekenmerkt door de afwezigheid van echte wortels, zij hechten zich vast met rizoïden, die voedselstoffen opnemen met behulp van een mycorrhiza, een symbiose van wortels en schimmels. Ze bezitten ook geen echte bladeren, maar microfyllen: schubachtige structuren zonder nerven.
De sporendoosjes of sporangia staan in groepjes van twee of drie vergroeid in een synangium, sterk gereduceerde vertakkingen van een fertiele stengel. De sporen zijn niervormig en voorzien van een dik tapetum, dat de ontwikkelende spore van voedsel voorziet.
De gametofyten groeien ondergronds, zijn eveneens mycoheterotroof, en lijken op een stukje van de sporofyt, maar produceren antheridiën en archegoniën.
In de recente taxonomische beschrijving van Smith et al. (2006) worden de Psilotales naast de orde Ophioglossales in de aparte klasse Psilotopsida geplaatst, als zustergroep van de andere varens.[1]
De orde omvat slechts één familie, de Psilotaceae, met slechts twee geslachten.
De orde telt in totaal slechts 17 soorten.