In dit artikel gaan we het onderwerp Rad Kortenhorst vanuit een breed en gedetailleerd perspectief behandelen. Dit onderwerp is op verschillende gebieden het onderwerp geweest van debat en studie, dus het is relevant om het vanuit verschillende disciplines en benaderingen te analyseren. In het hele artikel zullen we verschillende aspecten onderzoeken die verband houden met Rad Kortenhorst, inclusief de impact ervan op de samenleving, de evolutie ervan in de loop van de tijd en mogelijke toekomstige implicaties. Daarnaast zullen we ons verdiepen in de verschillende meningen en standpunten die rond dit onderwerp bestaan, met als doel een complete en evenwichtige visie te bieden. Door deze alomvattende aanpak proberen we de lezer een diep en verrijkend begrip van Rad Kortenhorst te bieden, waardoor de kennis en reflectie over dit onderwerp worden verrijkt.
Rad Kortenhorst | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Rad Kortenhorst in 1959
| ||||
Algemeen | ||||
Volledige naam | Leonardus Gerardus (Rad) Kortenhorst | |||
Geboren | 12 november 1886 | |||
Geboorteplaats | Weesp | |||
Overleden | 13 januari 1963 | |||
Overlijdensplaats | 's-Gravenhage | |||
Partij | RKSP, KVP, RKSP | |||
Titulatuur | mr. | |||
Functies | ||||
1925–1963 | Lid van de Tweede Kamer | |||
1948–1963 | Voorzitter van de Tweede Kamer | |||
|
Leonardus Gerardus (Rad) Kortenhorst (Weesp, 12 november 1886 - 's-Gravenhage, 13 januari 1963) was een Nederlands advocaat en politicus, hij was de langstzittende voorzitter van de Tweede Kamer.
Tijdens zijn studententijd was hij rector van het Amsterdamsch Studentencorps en redacteur van het studentenweekblad Propria Cures. Hij was advocaat in Amsterdam en secretaris van de katholieke werkgeversorganisatie ARKWV. In die hoedanigheid was hij betrokken bij het opstellen van een Ontwerp van wet houdende regelen tot handhaving van den maatschappelijken vrede, een proeve van een anti-stakingswet uit 1938. Ook was hij commissaris van de uitgeverij Algemene Publiciteits Unie (APU) in Amsterdam.
Zijn reputatie leed na de bevrijding de nodige schade toen bekend werd dat hij in 1940 mee had gewerkt aan de verkoop van het reclamebureau REMACO aan de Duitsers, die hierdoor een goed werkend Nederlands propagandabedrijf in handen kregen, waarvan zij gedurende de oorlog intensief gebruik maakten. Hij verdedigde als advocaat na het einde van de Tweede Wereldoorlog het dagblad De Telegraaf in de procedure voor de Commissie voor de Perszuivering. Ook trad hij op als verdediger van de oorlogsmisdadiger Pieter Menten.
Hij behoorde tot de vooraanstaande leden van de RKSP- en KVP-fracties en was Tweede Kamervoorzitter van 1948-1963, de langste periode tot nu toe. Tijdens zijn voorzitterschap werd onder meer de werkwijze van de Kamer gemoderniseerd en het Reglement van Orde herzien. Hij kwam in december 1958 in conflict met de PvdA-fractie toen hij tegen de zin van de regering afhandeling van een wetsvoorstel doorzette.
Voorganger: J.R.H. van Schaik |
Voorzitter van de Tweede Kamer 1948-1963 |
Opvolger: F.J.F.M. van Thiel |