Ralph Rose | ||||
---|---|---|---|---|
Tijdens het kogelstoten op de Olympische Spelen van 1908 in Londen | ||||
Volledige naam | Ralph Waldo Rose | |||
Bijnaam | de olifantenbaby | |||
Geboortedatum | 17 maart 1885 | |||
Geboorteplaats | Healdsburg | |||
Overlijdensdatum | 16 oktober 1913 | |||
Overlijdensplaats | San Francisco | |||
Nationaliteit | Verenigde Staten | |||
Lengte | 1,98 m | |||
Gewicht | 115 kg | |||
Sportieve informatie | ||||
Discipline | werpnummers | |||
Eerste titel | Olympisch kampioen kogelstoten 1904 | |||
OS | 1904, 1908, 1912 | |||
Extra | Wereldrecordhouder kogelstoten 1909-1928 | |||
|
Ralph Waldo Rose (Healdsburg, 17 maart 1885 – San Francisco, 16 oktober 1913) was een veelzijdige Amerikaanse atleet, die gespecialiseerd was in het kogelstoten. Hij werd driemaal olympisch kampioen en meervoudig Amerikaans kampioen kogelstoten. Met 15,54 m kreeg hij in 1909 het eerste door het IAAF erkende wereldrecord in handen in deze discipline, maar daarvoor had hij al sinds 1904 aan de kop van de officieze wereldrecordlijst gestaan. Zijn officiële record van 15,54 hield negentien jaar stand. Hiernaast was hij ook een sterk atleet in het discuswerpen, speerwerpen en kogelslingeren. Hij werd in totaal zevenmaal Amerikaans kampioen bij het kogelstoten, discuswerpen en speerwerpen. Vanwege zijn lengte en gewicht had hij als bijnaam 'de olifantenbaby'.
Zijn eerste succes boekte Rose in 1904. Als student van de Universiteit van Michigan won hij zowel het kogelstoten als het discuswerpen bij de Big Ten championships. Op de Olympische Spelen van Saint Louis later dat jaar won hij een gouden medaille bij het kogelstoten. Met een beste poging van 14,81, een officieus wereldrecord, versloeg hij zijn landgenoten Wesley Coe (zilver; 14,40) en Lawrence Feuerbach (brons; 13,37). Het had overigens weinig gescheeld of hij had ook het discuswerpen gewonnen. In eerste instantie was hij namelijk met een beste worp van 39,28 exact gelijk geëindigd met zijn landgenoot Martin Sheridan. Daarop besloot de jury, om een beslissing te foreceren, beiden een extra poging te laten doen. Hierin scoorde Sheridan het beste resultaat en hij werd dus olympisch kampioen.
Vier jaar later prolongeerde Ralph Rose deze titel op de Olympische Spelen van Londen. De resultaten bij het kogelstoten waren overigens minder dan vier jaar eerder in Saint Louis. De oorzaak hiervan was de stromende regen waarin het atletiekonderdeel plaatsvond, waardoor ook de kogelstootring te zacht was geworden. Op deze Spelen kwam Rose ook uit bij het discuswerpen, kogelslingeren en touwtrekken, maar behaalde op deze onderdelen geen medailles.
Overigens deed zich tijdens de openingsceremonie voor de Spelen nog een incident voor, waarin Ralph Rose een rol speelde. Bij de landenparade moesten de deelnemers voor de eerste maal in de geschiedenis van de moderne Olympische Spelen achter de vlag van hun land lopen. De Amerikaanse vlag werd echter niet getoond in het stadion. Daarop besloot Ralph Rose, die de drager was van de vlag, niet, zoals gebruikelijk, de vlag te buigen naar de koninklijke loge. Teamgenoot Martin Sheridan, olympisch kampioen discuswerpen 1904, 1906 en 1908, maakte later de opmerking: This flag dips to no earthly king (deze vlag buigt niet voor een aardse koning).
Bij zijn laatste olympische optreden op de Olympische Spelen van 1912 in Stockholm won Rose een bronzen medaille bij het kogelstoten met één hand en goud op dezelfde discipline met twee handen.
Ralph Rose was aangesloten bij de atletiekvereniging Olympic Club in San Francisco. Hij stierf op 28-jarige leeftijd in San Francisco aan buiktyfus. In 1976 werd hij opgenomen in de Amerikaanse Hall of Fame.
Onderdeel | Prestatie | Datum | Plaats |
---|---|---|---|
kogelstoten | 15,54 m | 21 augustus 1909 | San Francisco |
discuswerpen | 40,81 m | 1910 | |
kogelslingeren | 52,61 m | 1907 |
1896 Bob Garrett · 1900 Richard Sheldon · 1904 Ralph Rose · 1906 Martin Sheridan · 1908 Ralph Rose · 1912 Pat McDonald · 1920 Ville Pörhölä · 1924 Bud Houser · 1928 John Kuck · 1932 Leo Sexton · 1936 Hans Woellke · 1948 Wilbur Thompson · 1952 Parry O'Brien · 1956 Parry O'Brien · 1960 Bill Nieder · 1964 Dallas Long · 1968 Randy Matson · 1972 Władysław Komar · 1976 Udo Beyer · 1980 Vladimir Kiseljev · 1984 Alessandro Andrei · 1988 Ulf Timmermann · 1992 Mike Stulce · 1996 Randy Barnes · 2000 Arsi Harju · 2004 Adam Nelson · 2008 Tomasz Majewski · 2012 Tomasz Majewski · 2016 Ryan Crouser · 2020 Ryan Crouser
Bibliografische informatie