In de wereld van vandaag blijft Recitatief een onderwerp van groot belang en interessant voor een breed publiek. De relevantie ervan overstijgt grenzen en generaties, en de impact ervan is voelbaar in verschillende domeinen van de samenleving. Vanaf zijn ontstaan tot op heden is Recitatief het onderwerp geweest van debat, analyse en reflectie, waardoor er voortdurend nieuwe perspectieven en benaderingen ontstonden over de betekenis en invloed ervan. In dit artikel zullen we de vele facetten van Recitatief onderzoeken, de evolutie ervan in de loop van de tijd en de relevantie ervan in de hedendaagse context onderzoeken. Door middel van een gedetailleerde analyse en een kritische blik zullen we proberen dieper in te gaan op de betekenis van Recitatief en de impact ervan op ons leven, en een alomvattende visie bieden die ons in staat stelt het belang ervan in de wereld van vandaag te begrijpen.
Een recitatief is een muzikale vorm daterend uit het begin van de 17e eeuw en komt voort uit de opera.
Oorspronkelijk verwijst de term recitatief naar het gebruik om geen tekstherhalingen te laten plaatsvinden in een gezongen muziekstuk, zoals voorheen voorkwam. De tekst, zoals men hem zou spreken, trok daarbij snel voorbij zodat de handeling op het toneel snel kon plaatsvinden. De daaropvolgende aria kon daarna inspelen op het gebeuren via breedvoerige tekstherhalingen. Beide vormen waren voorbehouden voor een van de vier solisten: sopraan, alt, tenor of bas.
Johann Sebastian Bach (1685-1750) paste deze muziekvorm veelvuldig toe in zijn uitgebreide cantate-oeuvre. Bach wendde het recitatief vaak aan als een overdenking van en commentaar op de woorden uit de Bijbellezingen voor de betreffende zondag of kerkelijke feestdag waarvoor de cantate bedoeld was.
Bach experimenteerde lichtjes met deze muziekvorm. De strijkers zwijgen ook tijdens de recitatiefgedeelten en de basso continuo begeleidt de verhalende gedeelten, maar daarboven blijven de hobo's hun thematiek voortzetten. Op deze wijze ontstond de bijzondere vorm van accompagnatorecitatief met liggende akkoorden van het continuo en beweeglijke blazerspartijen daarboven. Dit vraagt overleg tussen de zanger enerzijds en de orgelspeler en hoboïst anderzijds.
Dit vormexperiment met het recitatief, waarbij Bach grensverleggend was, komt voor in de cantate voor de derde zondag na Epifanie, BWV 73, Herr, wie du willt, so schicks mit mir.