In dit artikel zullen we de impact en implicaties van Regeneratieve geneeskunde op de moderne samenleving onderzoeken. Vanaf zijn opkomst tot zijn invloed op verschillende aspecten van het dagelijks leven heeft var1 een cruciale rol gespeeld bij het vormgeven van verschillende terreinen, zoals politiek, economie, technologie en cultuur. Door middel van een diepgaande analyse zullen we onderzoeken hoe Regeneratieve geneeskunde in de loop van de tijd is geëvolueerd en hoe het de percepties en acties van mensen over de hele wereld heeft gevormd. Daarnaast zullen we ingaan op de controverses en debatten die Regeneratieve geneeskunde heeft veroorzaakt, evenals de potentiële impact ervan in de toekomst. Dit artikel probeert een alomvattend en inzichtelijk beeld te geven van Regeneratieve geneeskunde en het belang ervan in de hedendaagse samenleving.
Regeneratieve geneeskunde of vervangingsgeneeskunde houdt zich bezig met regeneratie van cellen, weefsels en zelfs organen. Op die manier probeert men ziekten te voorkomen en genezen. Met regeneratieve therapieën heeft men (in klinische testen of in het laboratorium) gebroken botten, kraakbeendefecten, ernstige doorligwonden, brandwonden, blindheid, doofheid, hartbeschadiging, zenuwbeschadigingen, Parkinson, uitgezaaide kanker, lever–, nier-, hart-, long- en andere aandoeningen behandeld.[bron?] Mogelijk dat regeneratieve geneeskunde zal leiden tot levensverlenging omdat men de schade veroorzaakt door veroudering zal kunnen herstellen.
Voor repareren en vervangen van weefsel gebruikt men de volgende methoden:
Sinds 7 juni 2012 wordt kraakbeenherstel in Nederland vergoed via de zorgverzekering, maar er zijn nog vele belemmeringen te overwinnen zoals:
De belofte van regeneratieve geneeskunde is groot. Zoals Richard Gross in 1969 reeds opmerkte - als alle levende wezens naar wens konden regenereren dan zou er geen dood zijn -.
Bij dieren komt het verschijnsel regelmatig voor. In de meeste gevallen, zoals kikkers, salamanders, kreeft- en insectachtigen betreft het alleen vervanging van ledematen. Bij de laatste twee groeit deze aan per vervelling, bij de anderen geleidelijk. Maar er zijn ook extremere vormen zoals:
Bij de zoetwaterpoliep (Chlorohydra) die ook in Nederland voorkomt, groeien de aparte delen, indien deze groot genoeg zijn, weer volledig aan tot twee of meer nieuwe dieren. De poliep, die eruitziet als een knopje met lange tentakels, kan dit zelfs sturen. Daarom is ook dit een vorm van ongeslachtelijke voortplanting, net zoals bij planten. Het is echter wel vaker moeilijk te bepalen of het nu gaat om ongeslachtelijke voortplanting of regeneratie; zeesterren kunnen meerdere armen tegelijkertijd missen, alles groeit weer aan als oorspronkelijk, maar als een deel van de schijf mee wordt afgescheurd, kan er een heel nieuwe zeester uit groeien, zoals bij kwallen.
Ook bij de mens komt regeneratie voor, namelijk de lever. Zelfs als een derde van de lever wordt getransplanteerd, kan deze weer uitgroeien tot de oorspronkelijke grootte. Ook als vervetting van levercellen plaatsvindt, door bijvoorbeeld alcoholisme, is het proces omkeerbaar; levercirrose echter niet, doordat cellen door bindweefsel worden overwoekerd. Bij jonge kinderen komt het voor dat vingertopjes nog geheel kunnen worden hersteld, ook de longcellen van kinderen kunnen zich nog delen, waardoor kapotte cellen kunnen worden vervangen zonder dat de longcapaciteit afneemt.
René-Antoine Ferchault de Réaumur (28 februari 1683 - 17 oktober 1757) schreef veel over biologie. Vroeg in zijn leven schreef hij over het voortbewegingssysteem bij de stekelhuidigen en hij toonde ook aan dat de zogenaamde foutieve mythe van regeneratie van verloren ledematen bij kreeftachtigen wel degelijk waar was.