In dit artikel zullen we de fascinerende wereld van Ruige rupsklaver verkennen. Vanaf de oorsprong tot de relevantie ervan vandaag zullen we ingaan op de hoogtepunten van Ruige rupsklaver en de impact ervan op verschillende gebieden. We zullen de invloed ervan op de samenleving, de evolutie ervan in de tijd en de mogelijke implicaties voor de toekomst analyseren. Via een verscheidenheid aan perspectieven en benaderingen willen we een alomvattend en verrijkend beeld bieden van Ruige rupsklaver, met als doel de lezer een dieper en meer gecontextualiseerd begrip van dit opwindende onderwerp te bieden. Ga met ons mee op deze reis van ontdekking en reflectie!
Ruige rupsklaver | |||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||
soort | |||||||||||||||||||||
Medicago polymorpha L. (1753) | |||||||||||||||||||||
![]() | |||||||||||||||||||||
Vruchten | |||||||||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||||||||
Ruige rupsklaver op ![]() | |||||||||||||||||||||
|
De ruige rupsklaver (Medicago polymorpha, synoniem: Medicago nigra) is een eenjarige plant die behoort tot de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae of Fabaceae). De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als zeer zeldzaam en stabiel of iets toegenomen. De plant komt van nature voor in Zuid- en Midden-Europa, Noord-Afrika en West-Azië en is van daaruit verder verspreid. Het aantal chromosomen is 2n = 14.
De kale tot behaarde plant wordt 15-50 cm hoog en heeft een liggende of klimmende stengel, die vaak op de knopen wortelt. De drietallige, tot 2,5 mm lange, omgekeerd hartvormige blaadjes zijn ongevlekt. De steunblaadjes zijn gespleten tot gedeeld en hebben priemvormige slippen.
De ruige rupsklaver bloeit van mei tot in augustus met gele, 3-4,5 mm lange bloemen. De bloemtros bestaat uit één tot zes bloemen. De plant komt voor op vochtige zandgrond aan rivierstrandjes.
De 0,5-1 mm lange, 6-7 mm brede, afgeplatte, meestal bijna kale, stekelige vrucht is een peul, waarvan de gebogen aderen op de één tot zes windingen netvormig verbonden zijn. De gele of bruine, niervormige zaden zijn 2,5-3 mm lang en 1-1,5 mm breed.