In dit artikel zullen we Safran Aero Boosters in detail onderzoeken, een onderwerp dat vandaag de dag van groot belang is. Safran Aero Boosters is een concept dat voor grote controverses en discussies heeft gezorgd op verschillende gebieden, van het academische veld tot het veld van de politiek en de samenleving in het algemeen. Door de jaren heen heeft Safran Aero Boosters een fundamentele rol gespeeld in de manier waarop we de wereld om ons heen waarnemen en begrijpen. De implicaties ervan zijn diepgaand geweest en hebben aanleiding gegeven tot een breed scala aan uiteenlopende meningen en perspectieven. Door middel van een uitgebreide analyse zal dit artikel proberen licht te werpen op de complexiteit en relevantie van Safran Aero Boosters, door de historische wortels ervan, de huidige impact en de projectie ervan in de toekomst te onderzoeken.
Safran Aero Boosters | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Oprichting | 1949 | |||
Eigenaar | ![]() ![]() ![]() | |||
Sleutelfiguren | François Lepot | |||
Land | ![]() | |||
Hoofdkantoor | ![]() | |||
Werknemers | 1700 (2022)[1] | |||
Sector | Luchtvaart | |||
Omzet/jaar | €595 miljoen (2022)[1] | |||
Website | safran-aero-boosters.com | |||
|
Safran Aero Boosters is een nabij Luik gevestigde toeleverancier van de vliegtuigmotorindustrie, en is voor twee derde in handen van de Franse groep Safran. Het bedrijf ontwikkelt en maakt onderdelen voor vliegtuigmotoren, in het bijzonder lagedrukcompressoren en behuizingen voor compressoren en turbines. Die activiteiten staan voor drie kwart van de omzet. Verder maakt het ook uitrusting voor het oliedistributiesysteem van vliegtuigmotoren en controlekleppen voor raketmotoren.
FN Moteurs begon in 1949 als producent van vliegtuigmotoronderdelen die grote precisie vereisen. Ook bouwde het straalmotoren van Rolls-Royce voor de Gloster Meteors en Pratt & Whitney voor de F-16's van de Belgische luchtmacht. Het bedrijf ging meestal een partnerschap aan met de producent van een te ontwikkelen vliegtuigmotor en nam een belang tot tien procent in de kosten. De eerste dergelijke partnerschappen werden aangegaan met het Franse Snecma voor de CFM56 en het Amerikaanse Pratt & Whitney voor de PW 4000. In de jaren 1990 ging men zich specialiseren in lagedrukcompressororen.
In 1961 werd de afdeling Test Cell Engineering opgericht, die teststanden voor vliegtuigmotoren ontwikkelt. In 2003 werd het Amerikaanse Cenco overgenomen. Cenco was in 1958 opgericht in Minnesota, en op hetzelfde gebied actief. TCE werd vervolgens hernoemd tot Cenco Europe. De twee takken vergroeiden vervolgens tot Cenco International. Ook werd Advanced Components International (ACI) uit Florida overgenomen. Dit bedrijf maakt oliereservoirs voor vliegtuigen, en telt circa 300 medewerkers.[2]
In 1987 werd FN Moteurs verzelfstandigd en in 1989 overgenomen door het Franse Snecma. In 1992 wijzigde de naam van het bedrijf in Techspace Aero. In 2005 fuseerde Snecma met Sagem, en sindsdien behoort het tot de toen gevormde Safran-groep. In 2016 werden de namen van al Safrans dochterondernemingen gewijzigd om te beginnen met het woord "Safran". De naam Techspace Aero werd hierbij gewijzigd in Safran Aero Boosters, ACI in Safran Oil Systems en Cenco in Safran Test Cells.[3]