Het onderwerp Secunde is van groot belang in de huidige samenleving. Het heeft tot een breed debat geleid en is op verschillende terreinen een centraal discussiepunt geworden. De impact van Secunde op ons leven valt niet te ontkennen, en de relevantie ervan is erkend door deskundigen op dit gebied. Door de geschiedenis heen heeft Secunde een belangrijke rol gespeeld bij het vormgeven van de manier waarop we leven en omgaan met onze omgeving. In dit artikel zullen we de verschillende aspecten van Secunde en de invloed ervan vandaag onderzoeken. Vanaf de oorsprong tot de impact ervan op de hedendaagse samenleving, zullen we ons onderdompelen in een diepgaande analyse die ons in staat zal stellen het belang van Secunde in ons leven beter te begrijpen.
Een secunde (van Latijn: secundus, de tweede) is in de muziektheorie het interval in een diatonische toonladder tussen een eerste toon en de daarboven liggende tweede. Een secunde omvat één toonafstand en bestaat dus uit twee tonen die elkaar diatonisch opvolgen. Het interval tussen bijvoorbeeld de tonen c en d is dus een secunde, maar ook het interval tussen e en f. Daarnaast wordt ook de toon die in een diatonische toonladder op de tweede toontrap ligt, de secunde genoemd. Ook wordt de tweeklank die bestaat uit twee tonen die een secunde uit elkaar liggen, als secunde aangeduid. De tweeklank c-d is een secunde, of de tonen c en d vormen een secunde. Bij uitzondering wordt ook wel van 'seconde' gesproken.
Secunden worden nog onderscheiden in grote, kleine, verminderde en overmatige secunden.
Een grote secunde bestaat uit één hele toonafstand. Men duidt een grote secunde wel afgekort aan met M2.
Een kleine secunde bestaat uit een halve toonafstand. Men duidt een kleine secunde wel afgekort aan met m2. Ze is (enharmonisch gelijk aan de overmatige prime).
Als van een kleine secunde de hogere toon chromatisch met een halve toon verlaagd is, spreekt men van een verminderde secunde.
Als van een grote secunde de hogere toon chromatisch met een halve toon verhoogd is, spreekt men van een overmatige secunde.
In de stamtoonladder c-d-e-f-g-a-b-c komen dus zeven secundes voor, nl. de intervallen c-d, d-e, e-f, f-g, g-a, a-b en b-c. Hiervan worden de intervallen c-d, d-e, f-g, g-a en a-b gevormd door twee tonen met een hele toonafstand; het zijn dus grote secundes. De intervallen e-f en b-c beslaan slechts een halve toonafstand en zijn dus kleine secundes.
In de microtonale muziek en de reine stemming gaat men uit van breukgetallen, afwijkend van de gelijkzwevende stemming: