Servicetunnel Oude Maas

In de wereld van vandaag heeft Servicetunnel Oude Maas een ongebruikelijke relevantie gekregen. Of het nu vanwege zijn impact op de samenleving, zijn invloed op de populaire cultuur of zijn belang op wetenschappelijk gebied is, Servicetunnel Oude Maas heeft zichzelf gepositioneerd als een onderwerp van onbetwistbaar belang. Door de geschiedenis heen is Servicetunnel Oude Maas het onderwerp geweest van meerdere studies, debatten en reflecties, wat de relevantie ervan op verschillende gebieden van het leven aantoont. In dit artikel zullen we verschillende aspecten onderzoeken die verband houden met Servicetunnel Oude Maas, waarbij we de evolutie ervan in de loop van de tijd en de impact ervan vandaag analyseren. Daarnaast zullen we ons verdiepen in de meerdere perspectieven die rond Servicetunnel Oude Maas bestaan, met als doel een panoramische en verrijkende visie op dit onderwerp te bieden.

De servicetunnel onder de Oude Maas is net als de servicetunnel Hollandsch Diep onderdeel van de transportpijpleiding van Pernis naar Noordhoek; de Buisleidingenstraat en gaat onder de Oude Maas door. De tunnel heeft een lengte van 481 meter, verdeeld over 8 secties van 60 meter lengte. Aan beide uiteinden zitten schachten met een diameter van 8 meter en een hoogte van 12 meter. Ze bestaan uit een ronde schacht en een hexagonale bovenkant. De tunnelbuis zelf heeft ook een diameter van 4 meter.

Bouwwijze

Ook voor de bouw van deze tunnel is gebruikgemaakt van het bouwdok in Barendrecht. De noordelijke schacht is ook hier gebouwd, waarna deze door een zware kraan in de sleuf geladen is en verbonden met het laatste tunnelelement. Toen de grond hieromheen aangevuld was, is het hexagonale gedeelte er in situ aan toegevoegd.

De tunnelelementen zelf bestaan elk uit 10 segmenten van 6 meter, waarbij de verbindingen volgespoten worden met epoxy-mortel en het geheel vervolgens onder spanning gebracht wordt. Stalen ringen worden aan de uiteinden van deze 60 meter lange elementen vastgemaakt en er worden kopschotten aangebracht, die de elementen waterdicht maken. Hierna wordt het bouwdok vol met water gelaten.

Naast leidingen bevinden zich ook nog verlichting, een telefoonverbinding, mechanische ventilatie en gasdetectie-apparatuur in de tunnel. Ook zijn er pompen aanwezig om overtollig water af te voeren.

Referenties

  • Stiksma, K. (ed.), Tunnels in the Netherlands, underground transport connections, Rijkswaterstaat, Den Haag 1987