Sint-Marcellusvloed (1362)

In de wereld van vandaag heeft Sint-Marcellusvloed (1362) onbetwistbare relevantie gekregen. Of het nu vanwege de impact ervan op de samenleving, cultuur of politiek is, Sint-Marcellusvloed (1362) is een constant gespreksonderwerp geworden. De invloed ervan strekt zich uit tot alle aspecten van het leven, waardoor tegenstrijdige meningen en voortdurend debat ontstaan. In dit artikel zullen we het belang van Sint-Marcellusvloed (1362) diepgaand onderzoeken, waarbij we de implicaties ervan en de rol ervan in de hedendaagse wereld analyseren. Door middel van een gedetailleerde analyse zullen we proberen beter te begrijpen hoe Sint-Marcellusvloed (1362) onze realiteit heeft gevormd en wat de toekomstige projectie ervan is.

Sint-Marcellusvloed
Datum 15 op 16 januari 1362
Regio Groot-Brittannië, Nederland, Duitsland en Denemarken
Doden 25.000 tot 40.000

De tweede Sint-Marcellusvloed of Eerste Grote Mandränke (grote verdrinking van mensen) vond plaats van 15 op 16 januari 1362, de dag van de heilige Marcellus. De eerste Sint-Marcellusvloed vond plaats in 1219.

De overstroming trof alle landen rond de Noordzee. De Duitse kroniekschrijver Anton Heimreich (1626-1685) meldde drie eeuwen later in zijn Nordfriesische Chronik uit 1666 dat het water (als gevolg van de opstuwing in de Noordzee) in Sleeswijk-Holstein steeg tot ruim 4 ellen (ruim 2,4 meter) boven de dijken en 21 dijkdoorbraken veroorzaakte. Rungholt en 7 andere kerspelen verdwenen in het water en ruim 7.600 mensen verdronken. Heimrichs werk baseert zich niet op bronnen en wordt als 'lückenhaft' (vaag) aangemerkt.

In Nederland waren de gevolgen even desastreus. Langs de gehele kust braken dijken door en grote delen van Nederland liepen onder water.

Het precieze aantal slachtoffers is onduidelijk. Schattingen lopen uiteen van 25.000 tot 40.000. Er zijn ook bronnen die melding maken van 100.000 slachtoffers; dit is waarschijnlijk overdreven.

Zie ook