In de wereld van vandaag is Slag bij Aldenhoven (1793) een relevant onderwerp geworden dat steeds meer mensen willen onderzoeken. Vanaf het ontstaan tot aan de impact ervan op de hedendaagse samenleving heeft Slag bij Aldenhoven (1793) de aandacht getrokken van zowel academici, onderzoekers als hobbyisten. Met als doel dit fenomeen beter te begrijpen, biedt dit artikel een uitgebreid overzicht van Slag bij Aldenhoven (1793), waarbij de vele facetten ervan worden onderzocht en de invloed ervan op verschillende aspecten van het dagelijks leven wordt benadrukt. Door middel van gedetailleerde analyse en multidisciplinaire benaderingen probeert het de lezer een breed en verrijkend perspectief te bieden op var1 en de relevantie ervan in de wereld van vandaag.
Slag bij Aldenhoven (1793) | ||||
---|---|---|---|---|
Onderdeel van de Eerste Coalitieoorlog Franse veldtocht in de Nederlanden | ||||
![]() | ||||
schilderij van de veldslag (A. v. Maly, 1887)
| ||||
Datum | 1 maart 1793 | |||
Locatie | Aldenhoven, Hertogdom Gulik | |||
Resultaat | Oostenrijkse overwinning | |||
Strijdende partijen | ||||
| ||||
Leiders en commandanten | ||||
| ||||
Troepensterkte | ||||
| ||||
Verliezen | ||||
|
De Eerste slag bij Aldenhoven was een veldslag tijdens de Eerste Coalitieoorlog tussen Oostenrijk-Pruisen en Frankrijk op 1 maart 1793 in de omgeving van Aldenhoven die door de Oostenrijkers werd gewonnen.
Nadat in Frankrijk koning Lodewijk XVI op 21 januari 1793 was geëxecuteerd door de revolutionairen, werd een coalitie gevormd van tegenstanders van de revolutie door Oostenrijk, Pruisen, de Nederlandse Republiek, Groot-Brittannië, Spanje, Portugal, Napels en Sardinië.
Na de Franse oorlogsverklaring aan de Republiek op 1 februari 1793, kregen de Franse generaals Dumouriez en De Miranda de opdracht om de Noordelijke Nederlanden binnen te vallen. De Miranda startte 6 februari het Beleg van Maastricht en werden de Maasvestingen Stevensweert en het Fort Sint-Michiel in Venlo veroverd, maar de inname van Venlo mislukte doordat de stad net op tijd versterkt werd met Pruisische troepen. Dumouriez kreeg assistentie van Daendels met circa 2800 manschappen en tachtig ruiters van het Bataafs Legioen. Op 17 februari vond de Franse hoofdaanval op de Republiek plaats. Het plan was om via Breda op to stoten naar Dordrecht. Klundert en Bergen op Zoom vielen rond 25 februari.
Op 2 maart proclameerde de Conventie steun van het Franse volk aan de Bataven,[1] maar rond die tijd had zich al een kentering in de strijd afgetekend doordat het keizerlijke leger onder de prins van Coburg de Zuidelijke Nederlanden aanviel.
Aartshertog Karel van Oostenrijk en de prins van Coburg hadden hun troepen verzameld op de strategische hoge rechteroever van de Roer bij Gulik. Coburg trok bij Düren de Roer over, de Zuid-Nederlandse generaal Clerfayt trok bij Gulik dezelfde rivier over en bij Aldenhoven versloegen zij de Franse generaal Valence met grote verliezen·.
De volgende dag werd Aken bevrijd, op 3 maart werd het beleg van Maastricht door De Miranda opgebroken. Dumouriez wilde echter zijn successen in het noorden niet opgeven. In het westen ging de strijd nog enkele dagen voort: Geertruidenberg viel op 4 maart en Breda koos op 5 maart een "revolutionaire" gemeenteraad. Op 8 maart kreeg Dumouriez opdracht zich terug te trekken uit de Republiek. Op 18 maart moest hij een forse nederlaag incasseren bij de Slag bij Neerwinden, wat een (voorlopig) einde maakte aan de Franse bezetting van de Nederlanden.
Voetnoten
Literatuur