In het volgende artikel zullen we het hebben over Spitskuifduif, een onderwerp dat op verschillende gebieden interesse en discussie heeft gegenereerd. Spitskuifduif is een onderwerp dat de aandacht van veel mensen heeft getrokken vanwege de relevantie en impact ervan op de samenleving. In dit artikel zullen we verschillende aspecten onderzoeken die verband houden met Spitskuifduif, van de oorsprong en evolutie ervan tot de mogelijke implicaties ervan in de toekomst. Het is belangrijk om het belang van Spitskuifduif te begrijpen en het vanuit verschillende perspectieven te analyseren om de reikwijdte en relevantie ervan te begrijpen. Met dit artikel proberen we een alomvattend beeld te geven van Spitskuifduif en reflectie en debat over dit onderwerp aan te moedigen.
Spitskuifduif IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2016) | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Ocyphaps lophotes (Temminck, 1822) | |||||||||||||
![]() | |||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||
Spitskuifduif op ![]() | |||||||||||||
|
De spitskuifduif of Australische kuifduif (Ocyphaps lophotes) is een zeer algemeen voorkomende duivensoort in Australië.
Er zijn geen opmerkelijke verschillen tussen de geslachten, al lijken de vrouwtjes wat doffer van kleur. Een volwassen spitskuifduif meet in totaal ongeveer 32 centimeter. De vogel heeft een bruinachtige rug, terwijl de buik, borst en kop grijs zijn met een rode glans. Op de kop prijkt een zwarte kuif, die rechtop wordt gedragen. Alleen bij een hevige schrikreactie of opgewondenheid wordt de kuif in de nek gelegd. De grijsrode vleugels bevatten witte en groene slagpennen. De ogen zijn bruingeel met een rode rand, de snavel is zwart en de poten dieprood.
Spitskuifduiven voeden zich in hoofdzaak met zaden en hebben een voorkeur voor de zaden van een acaciaboom. Daarnaast eten ze ook besjes, vruchten en zachte kruidenachtige delen van planten. De vlucht is in het wild opvallend recht en gaat gepaard met een zeker gefluit, hetgeen komt door een versmalling van de achtste slagpen. Het mannetje is, ook buiten de broedtijd, vrij agressief, hetgeen hij uit door het aannemen van verschillende baltshoudingen.
Het korfvormige nest wordt gemaakt uit dorre berken- en sparrentakjes, rijststro en dergelijke. Ze leggen 2 eitjes, die in ongeveer 18 dagen door het vrouwtje worden uitgebroed. Als de jongen 3 weken oud zijn vliegen ze uit, maar ze worden dan nog een poosje door de ouders gevoerd en begeleid.
De soort is endemisch in Australië en telt twee ondersoorten:[2]
Hij leeft altijd paarsgewijs en komt voor in zowel bebouwde gebieden als in streken die ver van menselijke nederzettingen verwijderd zijn. Ze houden zich bij voorkeur op op droge terreinen, meestal in de buurt van water.