In het artikel van vandaag gaan we de spannende wereld van Ugo Poletti verkennen. Vanaf de oorsprong tot de relevantie ervan vandaag zullen we ingaan op alle aspecten die verband houden met Ugo Poletti. Door de geschiedenis heen heeft Ugo Poletti een fundamentele rol gespeeld in de samenleving, met gevolgen voor verschillende gebieden, zoals cultuur, economie en politiek. Via dit artikel zullen we het belang van Ugo Poletti ontdekken en hoe het in de loop van de tijd is geëvolueerd. Maak je klaar om jezelf onder te dompelen in een fascinerende reis door Ugo Poletti!
Ugo Poletti | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Kardinaal van de Rooms-Katholieke Kerk | ||||
![]() | ||||
Rang | kardinaal-priester | |||
Ambt | kardinaal-vicaris van Rome | |||
Titelkerk | San Carlo al Corso | |||
Creatie | ||||
Gecreëerd door | paus Paulus VI | |||
Consistorie | 5 maart 1973 | |||
|
Ugo Poletti (Omegna, 19 april 1914 - Rome, 25 februari 1997) was een Italiaans geestelijke en kardinaal van de Rooms-Katholieke Kerk.
Poletti studeerde aan het grootseminarie van Novara en werd op 29 juni 1938 priester gewijd. Hij werd hierna rector van het seminarie in Novara. Hij werkte van 1947 tot 1951 als pastoor in het bisdom Novara, van welk bisdom hij in 1954 pro-vicaris-generaal werd. Paus Pius XII benoemde hem in 1955 tot apostolisch protonotaris. Dezelfde paus benoemde hem in juli 1958 tot titulair bisschop van Medeli en tot hulpbisschop van Novara. Bisschop Poletti woonde het Tweede Vaticaans Concilie bij. Paus Paulus VI maakte hem in 1967 aartsbisschop van Spoleto. Tot 1969 was hij daarnaast apostolisch administrator van het bisdom Todi. In 1972 werd hij titulair aartsbisschop van Cittanova en tot een van de twee vice-regenten van het bisdom Rome (de andere was Ettore Cunial).
Tijdens het consistorie van 5 maart 1973 creëerde Paulus hem kardinaal. Hij kreeg de Santi Ambrosio e Carlo als titelkerk. Hij werd meteen benoemd tot kardinaal-vicaris van Rome en tot aartspriester van de Sint-Jan van Lateranen. Kardinaal Poletti nam deel aan zowel het eerste conclaaf als het tweede conclaaf van 1978, welke leidden tot de verkiezing van respectievelijk paus Johannes Paulus I en Johannes Paulus II. Tijdens dat laatste conclaaf zou hij in de eerste stemronde enkele stemmen hebben vergaard.[1] Van 1985 tot 1990 was hij voorzitter van de Italiaanse bisschoppenconferentie.
Hij legde in 1991 al zijn functies neer en overleed zes jaar later aan de gevolgen van een hartinfarct. Hij werd begraven in de Basiliek van Maria de Meerdere.