In de wereld van vandaag is Unie van Brussel een onderwerp geworden dat van groot belang is voor mensen van alle leeftijden en lagen van de bevolking. De impact ervan strekt zich uit van de persoonlijke sfeer tot de samenleving als geheel, waardoor debatten en tegenstrijdige meningen ontstaan en soms de kloof tussen verschillende groepen groter wordt. Door de geschiedenis heen is Unie van Brussel het voorwerp geweest van studie, analyse en reflectie, waardoor we het vanuit verschillende perspectieven hebben kunnen begrijpen, en daarmee ook de invloed ervan op het dagelijks leven van mensen. In dit artikel zullen we de verschillende aspecten onderzoeken die verband houden met Unie van Brussel, waarbij we de evolutie ervan, het belang ervan en de implicaties die het met zich meebrengt voor de hedendaagse samenleving analyseren.
De Unies van Brussel betreffen een aantal in 1577 door de Staten-Generaal gesloten verdragen.
De Eerste Unie van Brussel is een op 9 januari 1577 gesloten overeenkomst door leden van de Staten-Generaal (behalve Luxemburg), de Raad van State en gedeputeerden van Holland en Zeeland, onder meer met de bedoeling Don Juan, landvoogd namens de Spaanse koning Filips II, te dwingen om de Pacificatie van Gent te aanvaarden. De unie was de opvolger van de Unie van Dordrecht uit 1575.
In de Eerste Unie van Brussel werd het volgende afgesproken:
Deze Unie droeg dus een rooms-katholiek karakter. Op 17 februari 1577 moest Don Juan het Eeuwig Edict uitvaardigen.
De Eerste Unie van Brussel werd op 6 april 1577 ondertekend door koning Filips II, zij het onder protest. Niet veel later, op 24 juli, viel Don Juan de stad Namen aan, en kwam er een einde aan de Eerste Unie van Brussel. Na deze aanval erkenden de gewesten niet langer Don Juan als hun landvoogd en vroegen ze Matthias van Oostenrijk zijn plaats in te nemen.
De Staten-Generaal benoemden op 8 december eenzijdig Matthias tot landvoogd en kondigden twee dagen later de Tweede (of: Nadere) Unie van Brussel af (10 december 1577). Daarin herbevestigden ze de Pacificatie van Gent, als basis voor de eenheid van de Nederlanden, en zegden ze in alle provincies gelijke bescherming toe aan katholieken en hervormden. Deze Tweede Unie droeg dus een tolerant karakter en was een van de eerste Europese teksten die godsdienstvrijheid instelde. Katholieken en protestanten zouden wederzijds elkaars religie respecteren. De katholieken beloofden dat ze ten opzichte van zij die teruggetrokken zullen zijn uit de genoemde Rooms-Katholieke religie en verbonden met ons door de genoemde pacificatie, van welke hoedanigheid, conditie of land ze ook zijn, niet zullen toelaten noch lijden dat men iets tegen hen beraamt of onderneemt, noch dat ze gekwetst, gemolesteerd of getergd worden ter gelegenheid van hun genoemde religie, maar hen vredig zullen laten leven. Omgekeerd zegden de protestanten toe dat ze niets zouden ondernemen tegen de genoemde Rooms-katholieke religie en de uitoefening ervan, noch zullen we omwille hiervan iemand kwetsen of tergen door daden of woorden.
Voor het Spaanse gezag was deze tolerantie niet aanvaardbaar, maar ook als basis voor de eenheid van de Nederlanden bleek ze te hoog gegrepen.
Op 6 januari 1579 stapten Artesië, Henegouwen en Rijsels-Vlaanderen uit de Unie van Brussel door de oprichting van de katholieke Unie van Atrecht. Dit had tot gevolg dat de nog overgebleven gewesten zich hergroepeerden in een 'Nadere Unie' binnen de Unie van Brussel: de Unie van Utrecht. Na het jaar 1585 waren alle gebieden die nog tot de Unie van Brussel behoorden, ook lid van de Unie van Utrecht en is de naam niet meer nodig.