Tegenwoordig is Vuurtorens van Kaapduinen een onderwerp van grote relevantie en interesse voor een breed spectrum van de bevolking. Van de impact ervan op de samenleving tot de invloed ervan op de wereldeconomie heeft Vuurtorens van Kaapduinen op verschillende gebieden tot debatten en controverses geleid. Door de geschiedenis heen is Vuurtorens van Kaapduinen het onderwerp geweest van studie en analyse door experts in verschillende disciplines, wat heeft bijgedragen aan de verspreiding van informatie en meningen over deze kwestie. In dit artikel zullen we ons verdiepen in de opwindende wereld van Vuurtorens van Kaapduinen en de vele facetten ervan verkennen, met als doel een compleet en verrijkend inzicht te geven in dit intrigerende onderwerp.
De vuurtorens van Kaapduinen zijn twee vuurtorens in de duinen bij Dishoek in de Nederlandse provincie Zeeland. De twee torens vormen samen een lichtlijn in noordwestelijke richting om schepen veilig door de vaargeul van het Oostgat te loodsen. De lichtopstanden dragen de namen Kaapduinen Hoog en Kaapduinen Laag.
Ze staan samen achter elkaar op één lijn met de vaargeul. De toren van het hoge licht heeft een hoogte van 12,6 meter en de toren van het lage licht 13,8 meter. Beide hebben een vierkante vorm, opgetrokken in baksteen met een tentdak en zijn horizontaal gestreept met banen van geel en rood. Deze torens zijn gebouwd in 1950-1951, maar de lichtlijn werd reeds in 1866 ingesteld. De torens hebben geen lichthuis, maar laten de lichtlijn schijnen door een raam boven in de torens. De 2 torens geven wit licht, hebben een lichthoogte van 36 (hoog) en 27 meter (laag) boven zeeniveau en het licht van beide toren reikt 13 zeemijlen.
De coördinaten van de twee lichtopstanden zijn: