Witte abeel

In de wereld van vandaag is Witte abeel een onderwerp geworden dat van groot belang is voor een groot aantal mensen. Sinds zijn ontstaan ​​heeft Witte abeel geleid tot debat, analyse en reflectie op verschillende gebieden, zowel op persoonlijk als professioneel niveau. De impact ervan op de moderne samenleving valt niet te ontkennen, en de invloed ervan strekt zich uit tot verschillende gebieden, van cultuur en politiek tot technologie en economie. In dit artikel zullen we de verschillende facetten en perspectieven van Witte abeel in detail onderzoeken, met als doel het belang en de betekenis ervan in de wereld van vandaag beter te begrijpen.

Witte abeel
Witte abeel
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Orde:Malpighiales
Familie:Salicaceae (Wilgenfamilie)
Geslacht:Populus (Populier)
Soort
Populus alba
L. (1753)
Verspreidingsgebied
geïsoleerde populatie.
Geïntroduceerd en genaturaliseerd.
Synoniemen
  • Populus bolleana Lauche
  • Populus major Mill.
  • Populus nivea Wesm.
  • Populus nivea Willd.
  • Populus pseudonivea Grossh.
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Witte abeel op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De witte abeel (Populus alba), ook wel zilverpopulier genoemd, is een boom uit de wilgenfamilie (Salicaceae). De plant komt van nature voor in Midden- en Zuid-Europa en in het midden en het westen van Azië. Sinds de zeventiende eeuw komt de soort voor in Nederland. In parken en tuinen wordt de boom veel aangeplant voor de sier.

De witte abeel kan tot 30 m hoog worden. De plant komt meestal voor als een veel kleinere boom. De schors is glad en grijswit bij jonge bomen, later wordt deze zwart en ruw aan de voet en vlekkerig daarboven. Op de schors komt een ruitvormige tekening voor. De twijgen en knoppen zijn dichtbezet met wit, wollig haardons.

De tot twaalf centimeter lange en tot tien centimeter brede bladeren aan de langloten zijn drie- tot vijfdelig gelobd en hebben een grof getande rand. De bladeren aan de voet van de langloten en die aan de kortloten zijn 4-7 centimeter lang en 3-4 centimeter breed en eirond. Ze zijn onregelmatig, gegolfd getand. Bij het ontluiken zijn de bladeren, net als de jonge takken en knoppen, volledig witviltig behaard. Later wordt de bovenkant glanzend donkergroen; de onderkant blijft bedekt met een dicht viltig dons. De bladstelen zijn 3–4 cm lang.

De bloemen van de witte abeel ontluiken in april vóór de bladeren. De mannelijke katjes zijn 4–8 cm lang, hebben een karmozijnrode kleur en zijn grijs behaard. De vrouwelijke katjes zijn bleekgroen of groenachtig geel. In juni laten de katjes het witte, katoenachtige zaad vrij. De witte abeel is lichtminnend en verkiest vrij droge tot meestal vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, meestal kalkhoudende grond. Hij heeft een vrij groot natuurlijk verspreidingsgebied: Zuid-, West- en Midden-Europa, West-Siberië, Zuidwest-Azië en Noord- Afrika. De witte abeel komt waarschijnlijk niet van nature voor in de Benelux, maar wordt in de kuststreek vaak aangeplant vanwege zijn weerstand tegen zout in de lucht.

Plaatsnamen

Er zijn plaatsnamen die hoogstwaarschijnlijk verwijzen naar deze boomsoort. Enkele voorbeelden:

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Populus alba op Wikimedia Commons.