In dit artikel zullen we de fascinerende wereld van Zaltbommel (stad) verkennen. Vanaf de oorsprong tot de impact ervan op de hedendaagse samenleving, zullen we ons onderdompelen in een gedetailleerde analyse die ons in staat zal stellen het belang ervan op verschillende gebieden te begrijpen. Zaltbommel (stad) is in de loop van de tijd onderwerp van belangstelling en debat geweest, en de implicaties ervan hebben de culturele en generatiebarrières overstegen. Tijdens deze reis zullen we proberen de mysteries en curiosa rond Zaltbommel (stad) te ontrafelen, in een poging licht te werpen op de relevantie ervan in de huidige context.
Zaltbommel (dialect: Bommel) (uitspraakⓘ) is een vesting- en hanzestad in de gelijknamige gemeente in de Bommelerwaard in de Nederlandse provincie Gelderland. Tot 1 januari 1999 vormde Zaltbommel een eigen gemeente, waarvan het de enige kern was. Op die datum werden Zaltbommel, Kerkwijk en Brakel samengevoegd tot de nieuwe gemeente Zaltbommel, met het gemeentehuis in Zaltbommel.
De stad telt 13.530 inwoners (per 1 januari 2023). Zaltbommel ligt net ten zuiden van de Waal.
Oorspronkelijk heette de stad Bommel, en tot heden wordt de stad door de bewoners zo genoemd. De oudste vorm van de naam is Bomela of Bomelo[2] (in 850) en is een samenvoeging van Boom (in de tegenwoordige betekenis) en lo, waarbij lo verwijst naar een loofbos op een verhoging in een moerassig gebied. In dit gebied bestaat die verhoging uit de oeverwal langs de rivier de Waal. Namen met de uitgang 'lo' hangen vaak samen met ontginningen van oeverwallen, waardoor er open plekken ontstonden in het bos waar een nederzetting kon ontstaan. In een latere fase (eerste vermelding in 1297) krijgt de nederzetting het voorvoegsel 'Salt' of 'Saut' om het te kunnen onderscheiden van het andere Bommel (Maasbommel). Deze toevoeging slaat op de zouthandel die hier belangrijk was. Zout werd per schip vervoerd en waarschijnlijk in Zaltbommel verhandeld en was zeer belangrijk vooral voor het inzouten van vis.[3]
Geschiedenis
De eerste vermelding van de stad als Bomala stamt uit het jaar 850. In de 13e eeuw groeide Zaltbommel uit tot een belangrijke handelsstad en in de 15e eeuw tot een Hanzestad van betekenis. Op 13 december 1315 kreeg Zaltbommel van graaf Reinald I dezelfde stadsrechten als Zutphen en werden de vestingwerken aangelegd. In de 13e eeuw hadden Zaltbommel en de landen van de Bommeler- en Tielerwaard reeds landrechten verkregen. Dit landrecht is het oudste overgeleverde landrecht en wordt aangeduid met eening. De originele oorkonde is niet bewaard gebleven.
Een jaar nadat Zaltbommel stadsrechten verkreeg, werd op 19 oktober 1316 door Reinald I een nieuwe oorkonde uitgevaardigd. Daarin werd de oude regeling bevestigd.[4] Er werd een onderscheid gemaakt tussen de bewoners van de stad Zaltbommel en de bewoners van het platteland. Stadsbewoners werden berecht door de schepenbank van Zaltbommel, plattelandsbewoners waren bij zware misdrijven zoals moord en brandstichting overgeleverd aan de genade van de graaf.[5]
In 1325 en 1327 werd het landrecht van de Bommelerwaard door de graaf hernieuwd waardoor het onderscheid tussen de stad Zaltbommel en het platteland nog scherper werd.[6]
Frank Pieck was in de 15e eeuw ambtman van Zaltbommel en de Tieler- en Bommelerwaard.
Op 31 juli 1572 werd Zaltbommel ingenomen door watergeuzen onder leiding van Dirck van Haeften. Daarop belegerden de Spanjaarden de stad in de daarop volgende jaren onsuccesvol, waaronder de blokkade van 1574. Samen met Buren sloot de stad zich in juni 1575 aan bij de Unie van Dordrecht tussen Holland en Zeeland, waarmee beide steden zich in feite afscheidden van Gelre; dit werd pas in 1602 ongedaan gemaakt.[7]
Op aandringen van Maurits van Nassau werd de stad verder versterkt. Voordat deze modernisering voltooid was, belegerden de Spanjaarden onder leiding van Francesco de Mendoza de stad weer, tijdens het beleg in 1599. Dit beleg kon wederom succesvol door de Staatse troepen worden afgeslagen.
Zaltbommel ligt in het rivierkleigebied van de Bommelerwaard, aan de Waal op een hoogte van ongeveer 3 meter. Parken vindt men op de voormalige verdedigingswerken, en in het westen ligt het Kloosterwiel, terwijl in het oosten het natuurgebied Kil van Hurwenen is te vinden. In het zuidoosten liggen bedrijventerreinen langs de autoweg Rijksweg 2. Vooral westelijk vindt men grootschalige tuinbouwbedrijven.
Wijkindeling stad Zaltbommel
Binnenstad
Vergt en omgeving
Spellewaard
De Waluwe
Bedrijventereinen stad Zaltbommel
De Wildeman
De Ooijk
Van Voordenpark
De Waluwe
Veilingweg
Bezienswaardigheden
De Grote of Sint-Maartenskerk is, afgezien van de brug, het meest beeldbepalende bouwwerk van Zaltbommel. Deze kerk uit de 15e eeuw is een goed bewaard voorbeeld van Nederrijnse gotiek. De kerk geeft met zijn stompe toren de stad een karakteristiek aanzien.
Het Maarten van Rossumhuis is een versterkt huis dat omstreeks 1535 werd gebouwd door de Gelderse krijgsheer Maarten van Rossum. In het huis is nu het Stadskasteel Zaltbommel gevestigd (in 1937 opgericht als het Maarten van Rossummuseum). Het museum richt zich op de streekhistorie, kunst en kunstnijverheid van de Bommelerwaard. Ook is het museum in het bezit van een collectie rond Fiep Westendorp, de illustratrice van onder meer Jip en Janneke, die in Zaltbommel is geboren en getogen.
De stad wordt omringd door oude vestingwerken, deze zijn in de 19e eeuw omgebouwd tot park en zijn daardoor bewaard gebleven. Ze vormen nu een groene gordel rondom de binnenstad.
De middeleeuwse muur om de stad is nog deels aanwezig. Het tracé is bekend, sommige gedeelten bestaan nog, andere zijn opgemetseld, onder een dijk uit het zicht verdwenen of verwijderd. De weg langs de binnenzijde is gedeeltelijk nog aanwezig als de Zandstraat en de Bloemendaal. De poorten in de muur bestaan niet meer, met uitzondering van de Waterpoort waarvan de eigenlijke poort tussen enkele muurhuizen bewaard is.
In de stad zijn Gootspoken geplaatst. Deze beelden van de hand van kunstenaar Joris Baudoin slaan van verscheidene daken, dakkapellen en muren de straat gade.
Aan de Bosschepoort staat sinds 10 november 2018 een beeld van Sint Maarten. Dit beeld is gemaakt door kunstenaar Maria van Gerwen en gegoten door bronsgieterij Hans Steyleart. Het beeld moet gezien worden als een soort kaft van een boek. Alle vormen verwijzen van achter naar voren en geven het verhaal van de manteldeling van Sint Maarten weer. Met dit verhaal legt het beeld ook de nadruk op de Mantelzorg in Zaltbommel.
Kaart van het oude centrum, met de stadsgracht en de Waal
Kantoorgebouw Van den Herik-Boskalis
Wetenswaardigheden
Zaltbommel is onder meer bekend door zijn kerktoren zonder spits waarover een bekend liedje (In die grote stad Zaltbommel) gaat. Volgens de tekst ging de torenspits bij een overstroming verloren, in werkelijkheid was het door blikseminslag in 1538.
De brug van Zaltbommel wordt vermeld in Martinus NijhoffssonnetDe moeder de vrouw met de openingsregel "Ik ging naar Bommel om de brug te zien". In 1996 werd op die plek een nieuwe verkeersbrug in de Rijksweg A2 in gebruik genomen met de naam Martinus Nijhoffbrug. Dat is dus een nieuwere brug dan de brug in het sonnet.
Franz Liszt (1811-1886), Hongaars pianist en componist, zou op concertreis van Keulen naar Londen, aangetrokken door het carillon, een bezoek hebben gebracht aan Zaltbommel. Dit gegeven is slechts gebaseerd op een passage in één boek dat aantoonbaar deels fictie is. Ondanks zeer uitgebreid historisch onderzoek is er geen feitenmateriaal over een bezoek van Liszt aan Zaltbommel aangetroffen.
Ook Karl Marx (1818-1883), Duits economisch filosoof en neef van de familie Philips, is in Zaltbommel geweest.[8]
↑Dumont, S., en Kleijnen, M., Van wege den Koning. Gemeentewapens en plaatsnamen in de Bommelerwaard (Zaltbommel 1992)
↑Nijhoff, I.A., Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van Gelderland, door onuitgegeven oorkonden opgehelderd en bevestigd. Deel I, no. 167 (Den Haag 1830-1875)
↑Noordzij, Aart, Gelre. Dynastie, land en identiteit in de late middeleeuwen. Werken Gelre 59 (Hilversum 2009)