De kosmos bestaat uit allerlei verschillende materie, die allemaal een eigen specifieke functie en eigenschap hebben. Er is echter een soort materie waarover we nog weinig weten, namelijk donkere materie. Donkere materie is een stof die we niet kunnen zien of aanraken, maar wel indirect waarnemen. Het bestaan van donkere materie is al langer bekend, maar de aard ervan blijft tot op de dag van vandaag onbekend. In dit artikel gaan we dieper in op de mysterieuze aard van donkere materie.
Donkere materie is een vorm van materie die niet bestaat uit atomen zoals de materie waaruit planeten en sterren bestaan. Deze stof geeft geen licht af en heeft geen elektromagnetische interactie met andere materie, wat het moeilijk maakt om donkere materie direct te detecteren. Toch weten we dat er donkere materie bestaat, omdat we de effecten van de zwaartekracht ervan kunnen waarnemen. Zo kunnen we bijvoorbeeld aan de hand van de bewegingen van sterrenstelsels en de kosmische achtergrondstraling bepalen dat er veel meer materie in het heelal moet zijn dan we kunnen waarnemen.
Als we het bestaan van donkere materie erkennen, rijzen natuurlijk de vragen hoe het ontstaan is en waar het uit bestaat. Hiervoor beheersen we nog geen afdoend antwoord, maar verschillende theorieën en hypothesen doen de ronde. Zo wordt er gesteld dat donkere materie bestaat uit bepaalde soorten deeltjes, zoals WIMP's (Weakly Interacting Massive Particles), die vooralsnog niet met onze meetinstrumenten waar te nemen zijn. De WIMP-theorie is gebaseerd op het feit dat donkere materie een grote massa moet hebben, maar nauwelijks interactie vertoont met andere materie. Andere theorieën suggereren dat donkere materie is gevormd uit overgebleven deeltjes uit de oerknal of dat het zelfs meerdere dimensies beslaat.
De zoektocht naar donkere materie gaat al decennia lang door en er worden voortdurend nieuwe methoden bedacht om de materie te detecteren. Een van de methoden is het gebruik van de grootste deeltjesversneller ter wereld, de Large Hadron Collider (LHC). Hiermee kunnen deeltjes met hoge snelheden op elkaar worden geschoten en kan er mogelijk spoor van donkere materie worden gevonden.
Een andere methode is het bestuderen van de kosmische achtergrondstraling. Dit is de straling die nog over is van de oerknal en die in het heelal aanwezig is. Als donkere materie inderdaad uit deeltjes bestaat, dan kan dit sporen achterlaten in de kosmische achtergrondstraling.
Daarnaast zijn er nog meer methoden in ontwikkeling om donkere materie te detecteren. Zo wordt er experimenteel onderzoek gedaan naar het effect van de zwaartekracht op donkere materie, de zogenaamde weak lensing. Ook wordt er gekeken naar de effecten van donkere materie op het licht van verre sterrenstelsels om zo indirecte bewijzen te verkrijgen.
Hoewel we nog veel niet weten over donkere materie, weten we wel dat het een grote impact heeft op het universum. Donkere materie beïnvloedt bijvoorbeeld de manier waarop sterrenstelsels ontstaan en zich gedragen. Zo houden sterrenstelsels zich onder invloed van donkere materie bij elkaar, wat verklaart waarom de snelheid van sterren in de buitenste regionen van een sterrenstelsel niet afneemt.
Ook heeft donkere materie een belangrijke rol gespeeld in de vorming van het heelal, in het bijzonder bij het ontstaan van de grote structuren zoals sterrenstelsels. Een andere fascinerende invloed van donkere materie is dat het de vervorming van licht kan veroorzaken, wat leidt tot sterke gravitationele lenzen die op hun beurt weer de zwaartekracht lenzen veroorzaken.
Donkere materie is nog altijd een raadsel voor de wetenschap, maar door het waarnemen van de effecten ervan op de kosmos zijn we ervan overtuigd dat het materie is dat ons universum vormt en beïnvloedt. We hebben nog een lange weg te gaan om te begrijpen wat donkere materie is en waaruit het bestaat. Niettemin zijn we nog steeds gebiologeerd door de fascinerende en mysterieuze aard van donkere materie.