In de wereld van vandaag neemt Église Notre-Dame (Dijon) een prominente plaats in in de samenleving. Of het nu komt door de impact ervan op de populaire cultuur, de relevantie ervan in de academische wereld of de invloed ervan op de geschiedenis, Église Notre-Dame (Dijon) is een onderwerp dat niet onopgemerkt blijft. In de loop van de tijd heeft Église Notre-Dame (Dijon) tot grote debatten geleid, is het onderwerp geweest van uitgebreid onderzoek en heeft het de aandacht getrokken van miljoenen mensen over de hele wereld. In dit artikel zullen we de verschillende aspecten van Église Notre-Dame (Dijon) onderzoeken, waarbij we het belang ervan, de evolutie door de jaren heen en de relevantie ervan vandaag de dag analyseren. Vanaf het ontstaan tot aan de impact ervan op de moderne samenleving blijft Église Notre-Dame (Dijon) een onderwerp van constante belangstelling en discussie.
Église Notre-Dame | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Plaats | Dijon | |||
Coördinaten | 47° 20′ NB, 5° 3′ OL | |||
Gebouwd in | 1220-1240 | |||
Architectuur | ||||
Stijlperiode | Gotiek | |||
|
De Église Notre-Dame is een 13e-eeuws kerkgebouw in de Franse stad Dijon. De westelijke gevel wordt gekenmerkt door drie portalen met daarboven twee etages met decoratieve waterspuwers.
De kerk heeft een Vlaamse jaquemart die door hertog Filips de Stoute werd weggevoerd uit Kortrijk na de Slag bij Westrozebeke (1382).[1] Vanaf 1458 gaven de Dijonezen deze Kortrijkse uurslager de naam Jaquemart. Ze voegden er in 1651 een vrouwelijk beeldje aan toe, Jacqueline, om de halve uren te slaan. In of kort na 1714 voegden ze er een zoontje Jacquelinet aan toe en in 1884 een dochtertje Jacquelinette. Deze twee kinderen slaan om kwart vóór en kwart over het hele uur op kleinere klokken.
In de kerk bevindt zich een 11e-eeuws houten standbeeld van Notre-Dame-de-Bon-Espoir (Onze-Lieve-Vrouw van de Goede Hoop) dat ook Vièrge noire (Zwarte Maagd) wordt genoemd.[2]
Het kerkgebouw is sinds 1840 een historisch monument.