Capodastro is een onderwerp dat de aandacht heeft getrokken van miljoenen mensen over de hele wereld. Het belang en de relevantie ervan zijn in de loop van de tijd duidelijk geworden en zijn een referentiepunt geworden voor discussies, onderzoek en debatten. Dit artikel probeert licht te werpen op verschillende aspecten die verband houden met Capodastro, met als doel de lezers een bredere en completere visie op dit onderwerp te bieden. We zullen de impact ervan op de samenleving, de evolutie door de jaren heen en de invloed ervan op verschillende gebieden analyseren. Daarnaast zullen we verschillende perspectieven en meningen onderzoeken om een holistisch beeld van Capodastro te bieden en een dieper begrip van het belang ervan in de wereld van vandaag te bevorderen.
Een capodastro, capodastre (Fr) of kortweg capo (ook wel barréklem genoemd) is een klem die gebruikt wordt om bij snaarinstrumenten met fretten alle snaren een aantal halve tonen hoger te laten klinken. Afhankelijk van de constructie van de capo en het instrument kan dat tot een kwint (of meer) hoger betekenen. Dit heeft als groot voordeel dat de vingerzetting ongewijzigd blijft als er een voor het instrument onhandige toonsoort nodig is.
Af en toe ziet men twee gitaristen waarvan de één open snaren speelt, bijvoorbeeld D majeur, terwijl de ander met een capo op de 5e fret de vingerzetting van A majeur speelt, wat in deze positie óók D majeur wordt. Samen geeft het een bijzonder geluid, en maakt het veel "standards" een stuk interessanter.
Een capodastro geeft -zeker hoog op de hals- ook een ander timbre, iets wat uit artistiek oogpunt relevant kan zijn; een stuk in D groot zonder capo krijgt -met vingerzetting van A groot- met de capo op de 5e fret een heel andere klankkleur.
Een capodastro heet eigenlijk capotasto (Italiaans voor topkam: de kam op de kop van de gitaarhals.) Het verschil tussen dat woord en de naam van het populaire capotasto-merk Capo d'Astro bleek voor niet-Italianen echter moeilijk te onderscheiden. Buiten Italië is daardoor capodastro de gangbare term geworden.
Flamenco-gitaristen spreken van een cejilla. Deze traditionele topkam is gemaakt van (bewerkt) hout en wordt bevestigd met behulp van een snaar rond de hals van de gitaar.
De cejilla wordt gewoonlijk (evenals de capodastre of 'klemmetje') gebruikt om van een toonsoort waarin de zang niet gehaald wordt, over te springen naar een toonsoort waarin de zang wél kan worden gehaald. Dit met behoud van dezelfde akkoordgrepen: de top-kam wordt als het ware vervangen door de cejilla, waardoor de akkoordgreep van toonaard verandert. Werd op open snaren het C-majeurakkoord gespeeld, met een cejilla of capodastre op de 4e fret wordt dezelfde akkoordgreep een E-majeurakkoord, een van de basistoonsoorten van de flamenco (por arriba).