Kithara

In de wereld van vandaag heeft Kithara op verschillende gebieden grote relevantie gekregen. Of het nu op persoonlijk, professioneel of sociaal vlak is, Kithara is een onderwerp van voortdurende belangstelling en debat geworden. De meningen over deze kwestie zijn gevarieerd en vaak gepolariseerd, wat het belang en de complexiteit van de kwestie aantoont. In dit artikel zullen we verschillende aspecten onderzoeken die verband houden met Kithara, waarbij we de impact, implicaties en mogelijke oplossingen analyseren om dit effectief aan te pakken. Ongeacht het perspectief dat we hebben op Kithara, is het van cruciaal belang om de reikwijdte ervan te begrijpen en mogelijke manieren om ermee om te gaan.

Apollo Kitharoidos; Apollo met kithara.

De kithara (Grieks: κιθάρα, kithāra, Latijn: cithara) was een snaarinstrument uit de Griekse oudheid. De benamingen van de hedendaagse muziekinstrumenten gitaar en citer zijn afgeleid van kithara.

Geschiedenis

Volgens de Griekse mythologie werd de kithara door Hermes uitgevonden. De kithara werd in de 8e of 7e eeuw v.Chr. ontwikkeld uit de viersnarige phorminx.[1] Beide instrumenten waren aan de Griekse god Apollo gewijd, die vaak met een van deze instrumenten werd afgebeeld. In het Oude Testament wordt de kinnor beschreven, waarmee waarschijnlijk ook een lier of kithara werd bedoeld.

De kithara was samen met de lier het meest gebruikte snaarinstrument van de Grieken en Romeinen. De lier was een echt volksinstrument, in tegenstelling tot de kithara, die voornamelijk door professionele muzikanten werd bespeeld. Een kitharaspeler werd kitharode genoemd, van Grieks κιθαρῳδός, kitharōdos.

Beschrijving

De kithara had een grote houten klankkast die aan de onder- en voorzijde vlak en aan de achterzijde licht gewelfd was. Aan de zijkanten liep de kast uit in twee gebogen holle armen, die bovenaan verbonden waren met een dwarsstuk dat tevens als aanspanner voor de snaren diende. Een kithara had 5 tot 12 verticale snaren van gelijke lengte.