In dit artikel gaan we Maurits Cornelis van Hall (1768-1858) verkennen, een onderwerp dat door de jaren heen de aandacht van velen heeft getrokken. Vanaf het begin tot aan de impact ervan op de moderne samenleving is Maurits Cornelis van Hall (1768-1858) het onderwerp geweest van debat en discussie. Naarmate we dieper op dit onderwerp ingaan, zullen we de implicaties ervan op verschillende gebieden ontdekken, evenals de vooruitgang en uitdagingen die eromheen liggen. Met behulp van een kritische en analytische benadering zullen we het belang van Maurits Cornelis van Hall (1768-1858) in de wereld van vandaag onderzoeken en hoe het onze perceptie en begrip ervan heeft gevormd. Met dit artikel hopen we een diepere en completere visie op Maurits Cornelis van Hall (1768-1858) te bieden, en onze lezers uit te nodigen om na te denken over de relevantie en betekenis ervan vandaag.
Maurits van Hall | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Algemeen | ||||
Volledige naam | Maurits Cornelis van Hall | |||
Geboren | 4 februari 1768 | |||
Overleden | 19 januari 1858 | |||
Partij | moderaat en regeringsgezind | |||
Titulatuur | Mr. | |||
Functies | ||||
1798-1800 | Eerste Kamer Vertegenwoordigend Lichaam | |||
1825-1858 | Provinciale Staten van Holland | |||
1842-1849 | Eerste Kamer der Staten-Generaal | |||
|
Maurits Cornelis van Hall (Vianen, 4 februari 1768 – Amsterdam, 19 januari 1858), heer van Heicop en Boeicop, was een Nederlands jurist, auteur en politicus. Zijn vader was schout Floris Adriaan van Hall.
Hij studeerde rechten en promoveerde te Leiden en werd in 1787 advocaat te Amsterdam. Van 1795 tot 1801 was hij procureur der gemeente Amsterdam, behalve de tijd die hij in de toenmalige landsvergaderingen in Den Haag doorbracht.
In 1802 vatte hij de praktijk weer op, en werd na de herstelling van Nederland in 1815 tot lid van de Eerste Kamer benoemd, waarvoor hij echter bedankte, evenals in 1823. Eerst in 1842 liet hij zich bewegen die aanzienlijke betrekking aan te nemen.
Inmiddels benoemde koning Willem I hem tot staatsraad in buitengewone dienst en tot voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Amsterdam, welke laatste betrekking hij tot 1856 waarnam. Van 1834 tot 1858 was hij ook dijkgraaf van Zeedijk beoosten Muiden. Maurits Cornelis van Hall overleed begin 1858 op 89-jarige leeftijd.