Neonicotinoïde

In de wereld van Neonicotinoïde is er een breed scala aan meningen en perspectieven die vanuit verschillende invalshoeken kunnen worden benaderd. Van de impact ervan op de samenleving tot de relevantie ervan in de geschiedenis, Neonicotinoïde is in de loop van de tijd onderwerp van studie en controverse geweest. In dit artikel zullen we de verschillende facetten van Neonicotinoïde onderzoeken, waarbij we de invloed ervan in verschillende contexten en de rol ervan in het dagelijks leven analyseren. Daarnaast zullen we onderzoeken hoe Neonicotinoïde in de loop van de tijd is geëvolueerd en wat de toekomst ervoor in petto heeft in een steeds veranderende wereld. Met deze uitgebreide analyse willen we licht werpen op een onderwerp dat relevant en spannend blijft voor een breed spectrum van mensen.

Neonicotinoïden (ook wel "neonics" genoemd)[1][2] zijn een groep neuro-actieve insecticides die chemisch verwant zijn met nicotine. De producten werden in de jaren 80 door Shell, en in de jaren 90 door Bayer ontwikkeld. De groep neonicotinoïden omvat acetamiprid, clothianidine, imidacloprid, nitenpyram, nithiazine, thiacloprid en thiamethoxam. Imidacloprid is een veelgebruikt insecticide.

Uitgebreid en wereldwijd wetenschappelijk onderzoek wees in 2015 op de negatieve effecten van deze stoffen op het milieu, en met name de bijenpopulatie.[3][4][5][6] Intussen zijn ook de dodelijke effecten aangetoond voor waterinsecten,[7] vogels[8][9] en, in Japan, vissen.[10]

Vanaf einde 2018 geldt in de Europese Unie een verbod op het gebruik in de open landbouw van imidacloprid, clothianidin en thiamethoxam, waarvoor sinds 2013 al beperkingen golden. Gebruik in kassen blijft toegestaan.[11] Het verbod, gestemd op 27 april 2018, werd verwelkomd door natuurbeschermers, maar betreurd door landbouwers, met name de bietentelers.[1][2]

Onderzoek in Zwitserland gepubliceerd in 'Environemental Health' (2022) heeft resten van neonicotiden aangetoond in hersenen, bloed en urine van Zwitserse kinderen tussen 3 en 18 jaar (gem 8 jaar) [12]

Ook bij de teelt van oliehoudende zaden, zoals koolzaad, zou door het verbod op de neonicotinoïde-coating van zaaizaad netto meer andere insecticide nodig zijn.[13]