Vandaag willen we het hebben over Otto Günsche, een onderwerp dat de afgelopen tijd de aandacht van velen heeft getrokken. Otto Günsche is een onderwerp dat een breed scala aan aspecten bestrijkt en interessant kan zijn voor een zeer divers publiek. Van de impact ervan op de huidige samenleving tot de historische relevantie ervan: Otto Günsche kan vanuit verschillende perspectieven worden geanalyseerd en zijn plaats vinden in verschillende kennisgebieden. In dit artikel zullen we enkele van de meest relevante facetten van Otto Günsche onderzoeken, om het belang ervan en de implicaties die het vandaag de dag heeft te begrijpen.
Otto Günsche | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Otto Günsche
| ||||
Geboren | 24 september 1917 Jena, Hertogdom Saksen-Weimar-Eisenach | |||
Overleden | 2 oktober 2003 Lohmar, Noordrijn-Westfalen | |||
Rustplaats | Gecremeerd; as verspreid op zee door familie[1][2] | |||
Land/zijde | ![]() | |||
Onderdeel | ![]() | |||
Dienstjaren | 1933 – 1945 | |||
Rang | ![]() ![]() SS-Sturmbannführer | |||
Eenheid | 1. SS-Panzer-Division Leibstandarte-SS Adolf Hitler SS-Begleitkommando des Führers | |||
Bevel | Adjudant van Adolf Hitler | |||
Slagen/oorlogen | Tweede Wereldoorlog
| |||
Onderscheidingen | Zie decoraties | |||
Ander werk | Manager | |||
|
Otto Günsche (Jena, 24 september 1917 - Lohmar, 2 oktober 2003) was een Duitse SS'er en de laatste jaren van de Tweede Wereldoorlog de persoonlijke adjudant van Adolf Hitler.
Op zijn zestiende trad Günsche vrijwillig toe tot de SS-Leibstandarte (de latere 1. SS-Panzer-Division Leibstandarte-SS Adolf Hitler). In 1935 werd hij ook lid van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij. Gedurende de eerste periode van de oorlog werd hij ingezet bij de Waffen-SS. In januari 1943 werd hij waarnemend adjudant van Hitler, vervolgens vocht hij nog een half jaar aan het front en werd in februari 1944 officieel aangesteld als Hitlers persoonlijke adjudant.
Günsche was aanwezig toen Claus von Stauffenberg op 20 juli 1944 tevergeefs Hitler probeerde te vermoorden; Günsche raakte hierbij lichtgewond.
Tegen het einde van april 1945, toen het ook Hitler duidelijk was geworden dat het Derde Rijk zou instorten, vroeg hij Günsche ervoor te zorgen dat zijn lichaam na zijn zelfmoord zou worden verbrand. Nadat Hitler zich op 30 april het leven had benomen, deed de op dat moment 27-jarige Günsche wat hem was gevraagd en verliet enkele uren later de Führerbunker. Kort daarna werd hij gevangengenomen door de Sovjets bij hun inname van Berlijn. Zij zetten hem langdurig vast in Moskou. In 1955 werd hij naar de gevangenis van Bautzen in de DDR overgeplaatst, alwaar hij in 1956 werd vrijgelaten. Hij vluchtte daarop naar West-Duitsland, waar hij in Bergisch Gladbach werkte voor een geneesmiddelenfirma.
In 2003 overleed Otto Günsche op 86-jarige leeftijd thuis aan een hartaanval. Op zijn eigen verzoek werd zijn as uitgestrooid over de Noordzee.