In de wereld van vandaag heeft Seizoenarbeider grote relevantie gekregen in verschillende aspecten van het dagelijks leven. Zowel op persoonlijk als professioneel vlak is de aanwezigheid van Seizoenarbeider een bepalende factor geworden die onze beslissingen, meningen en gedrag vormgeeft. Met de vooruitgang van de technologie en de mondialisering is Seizoenarbeider erin geslaagd grenzen en culturele barrières te overstijgen en een onderwerp van algemeen belang en een ontmoetingspunt voor de moderne samenleving te worden. Van zijn impact op de economie tot zijn invloed op politiek en cultuur, Seizoenarbeider heeft een netwerk van verbindingen geweven dat alle uithoeken van de planeet beïnvloedt. In dit artikel gaan we dieper in op de fundamentele rol die Seizoenarbeider speelt in ons dagelijks leven en hoe het zichzelf heeft weten te profileren als een sleutelelement in de evolutie van de hedendaagse samenleving.
Een seizoenarbeider is iemand die werk doet dat maar in een seizoen voorhanden is. Voorbeelden hiervan zijn sommige werkzaamheden in recreatie en in de landbouw, vuurwerkverkoop en sommige werkzaamheden in de horeca (bijvoorbeeld ijsverkoop of werk in strandtenten in de zomer).
In België worden in de fruitpluk veel seizoenarbeiders tewerkgesteld, waarvan de helft uit Oost-Europa komt. In Nederland is bijvoorbeeld het steken van asperges een beroep dat vaak door seizoenarbeiders wordt uitgeoefend. Daarvoor worden ook mensen ingeschakeld uit het buitenland die dan een korte tijd in Nederland komen werken. in de zeventiende tot en met de negentiende eeuw kwamen hannekemaaiers, seizoenarbeiders uit Duitsland (voornamelijk uit Westfalen en het Graafschap Lingen, in de zomer te voet naar Nederland om op het land te werken.
Van de tweede helft van de 19e eeuw tot in de tweede helft van de 20e eeuw trokken duizenden mensen van het Vlaamse platteland jaarlijks naar Wallonië en Frankrijk voor seizoenswerk, de zogenaamde Walenmannen en Fransmans.[1]
Aan het einde van de 19de en in het begin van de 20ste eeuw waren er ook de Brikkenbekkers (baksteenbakkers) die vanuit het Maasland (Belgisch- en Nederlands-Limburg) naar het Duitse Rijnland trokkken om te werken in de baksteenindustrie.