In de wereld van vandaag is Verdrag van Prüm (2005) een onderwerp dat van groot belang is voor een breed publiek. Jarenlang heeft Verdrag van Prüm (2005) de aandacht getrokken van experts en enthousiastelingen uit verschillende vakgebieden, die hebben geprobeerd de implicaties ervan voor de samenleving te begrijpen en te analyseren. Vanaf het begin tot aan de impact ervan op het heden is Verdrag van Prüm (2005) het onderwerp geweest van debatten en reflecties die de kennis over dit fenomeen hebben verrijkt. In dit artikel zullen we de verschillende aspecten onderzoeken die verband houden met Verdrag van Prüm (2005), de evolutie ervan in de loop van de tijd en het belang ervan in de huidige context. Door middel van een diepgaande en gedetailleerde analyse zullen we proberen de verschillende aspecten te verduidelijken die Verdrag van Prüm (2005) tot een onderwerp maken dat de moeite waard is om te bestuderen en te bespreken.
Het Verdrag van Prüm (of Schengen 3 of Schengen plus) is een verdrag dat op 27 mei 2005 in Prüm ondertekend is door zeven EU-landen en dat de uitwisseling van informatie voor juridische- en politie-opsporingsdoeleinden regelt.
Het verdrag wordt gezien als een bijkomende overeenkomst bij het Verdrag van Schengen en werd door België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk en Spanje ondertekend. Op een latere datum hebben ook Finland, Slovenië, Hongarije en Noorwegen het verdrag ondertekend. Het is geen verdrag van de Europese Unie en de EU-leden zijn niet verplicht het te ondertekenen.
Het verdrag van Prüm regelt de uitwisseling van informatie uit databanken onder andere op het gebied van DNA, vingerafdrukken en verkeersgegevens. Het verdrag heeft ook als doel om maatregelen tegen terrorisme te kunnen nemen, illegale migratie tegen te gaan, grensoverschrijdende politie- en justitiesamenwerking te vereenvoudigen en het beschermen van data.
In 2008 is het verdrag zonder stemming in Nederland door de Eerste Kamer aanvaard. Vanaf eind 2011 worden de mogelijkheden van het verdrag in gebruik genomen nadat de inhoud geïntegreerd is in Europese wetgeving waar alle EU-leden aan gebonden zijn.[1]