In dit artikel zullen we Viviparidae verkennen, een onderwerp dat de afgelopen jaren de aandacht heeft getrokken van zowel academici, experts als hobbyisten. Viviparidae is een complex en veelzijdig onderwerp gebleken dat een breed scala aan perspectieven en benaderingen omvat. Van zijn impact op de samenleving tot zijn relevantie op wetenschappelijk gebied is Viviparidae het onderwerp geweest van debat en discussie in verschillende kringen en disciplines. Op deze pagina's zullen we dieper ingaan op de verschillende aspecten van Viviparidae, waarbij we de oorsprong, evolutie en mogelijke implicaties voor de toekomst onderzoeken. We hopen onze lezers een uitgebreid en verrijkend inzicht te bieden in dit fascinerende onderwerp.
De Viviparidae zijn een familie van zoetwaterkieuwslakken die met ruim 60 soorten over de hele wereld, met uitzondering van Zuid-Amerika, voorkomen. Viviparidae zijn ovovivipaar: het moederdier houdt de eieren bij zich tot de jonge dieren uit het ei komen.
Typegenus
ViviparusMontfort, 1810 is het typegenus van deze familie.
Schelpkenmerken
De schelp is meestal conisch van vorm, hoger dan breed en regelmatig gewonden. De windingen zijn doorgaans bol, soms met kielen die glad maar ook geknobbeld kunnen zijn. Bij veel soorten is de kiel op de periferie geprononceerd. Vaak is de mondopening ovaal tot vrijwel rond. De mondrand is scherp, niet verdikt en niet omgeslagen. De schelp heeft een navel die echter geheel bedekt kan zijn.
In hoogte variëren de meeste soorten tussen ongeveer 1 en 6 cm.
Hoewel de dieren van gescheiden geslacht zijn (zie onder) is nog niet aangetoond dat dit zich uit in geslachtelijke dimorfie van de schelp zoals van andere slakkensoorten (bijvoorbeeld Lithoglyphus naticoides) bekend is.
Moerasslakken hebben een (meestal dun) hoornachtig operculum dat concentrisch is opgebouwd.
Voortplanting
De dieren zijn van gescheiden geslacht. Zoals de Latijnse naam aangeeft, zijn deze dieren levendbarend. Er is echter geen sprake van echt levendbarend maar van zgn eierlevendbarend (ovovivipaar).
Habitat en levenswijze
De meeste soorten leven in zoet zuurstofrijk water, er zijn er ook die zwak brak water verdragen.
Geologische historie
Voorouders van de moerasslakken komen met zekerheid sinds het Juratijdperk voor, de modernere soorten zijn zich sinds het Krijttijdperk beginnen te ontwikkelen.
Voorkomen
Wereldwijd verspreid met uitzondering van Zuid-Amerika.
Voorkomen in Noordwest-Europa
In Noordwest-Europa komen twee levende soorten voor: de Spitse moerasslak (Viviparus contectus) en de Stompe moerasslak (Viviparus viviparus). Daarnaast zijn van deze regio uit het Cenozoïcum (vooral uit het Kwartair) enkele fossiele soorten bekend.
Gittenberger, E., Janssen, A.W., Kuijper, W.J., Kuiper, J.G.J., Meijer, T., van der Velde, G. & de Vries, J.N., 2004. De Nederlandse zoetwatermollusken. Recente en fossiele weekdieren uit zoet en brak water. Nederlandse Fauna 2. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & EIS-Nederland, Leiden, 291 pp. (2nd ed.). ISBN 90-5011-201-3
(fr) Fischer, P.H., 1880-1887. Manuel de Conchyliologie et de Paléontologie conchyliologique ou histoire naturelle des Mollusques vivants et fossiles suivi d'un appendice sur les Brachiopodes par D. Oehlert. – XXIV + 1369 pp.
(de) Gloër, P., 2002. Die Süßwassergastropoden Nord- und Mitteleuropas - Bestimmungsschlüssel, Lebensweise, Verbreitung. In: F. Dahl (ed.), Die Tierwelt Deutschlands, 73: 327 pp. (2nd rev. ed.); ISBN 3-923376-02-2.
(en) Prashad, B., 1928. Recent and fossil Viviparidae. A study in distribution, evolution and palaeogeography. Memoirs of the Indian Museum 8 (4): 153-252.
(en) Vaught, K.C., 1989. A classification of living mollusca. American Malacologists Inc., Melbourne USA, ISBN 0-915826-22-4, 195 pp.
(de) Wenz, W., 1923-1930. Gastropoda extramarina tertiaria. Fossilium Catalogus I. (4 vols.), 3387 pp.
(de) Wenz, W., 1961. Gastropoda, 1, Allgemeiner Teil und Prosobranchia. In: Handbuch der Paläozoologie, 6 (1) 1-948 (herdruk).
↑Gray J. E. (November 1847) (1833). "A list of genera of Recent Mollusca, their synonyma and types". Proceedings of the Zoological Society in London, 15: 129-182. Viviparidae at page 155.
↑Conrad T. A. (1834). New fresh water shells of the United States : with coloured illustrations, and a monograph of the genus Anculotus of Say: also a synopsis of the American Naiades. Philadelphia. Page 48-49. Plate 8, figure 4.
↑Sivan N., Heller J. & van Damme D. (November 2006) "Fossil Viviparidae (Mollusca: Gastropoda) of the Levant" Journal of Conchology39 (2): 207-220. abstract
↑Glöer, P; Pešić, V (2012) The freshwater snails (Gastropoda) of Iran, with descriptions of two new genera and eight new species ZooKeys, 219: 11-61. DOI:10.3897/zookeys.219.3406
↑Hamilton-Bruce R. J., Smith B. J. & Gowlett-Holmes K. L. (2002). "Descriptions of a new genus and two new species of viviparid snails (Mollusca: Gastropoda: Viviparidae) from the Early Cretaceous (middle-late Albian) Griman Creek Formation of Lightning Ridge, northern New South Wales". Records of the South Australian Museum35': 193–203. PDF
↑ abKear B. P., Hamilton-Bruce R. J., Smith B. J. & Gowlett-Holmes K. L. (2003). "Reassessment of Australia's oldest freshwater snail, Viviparus (?) albascopularis Etheridge, 1902 (Mollusca : Gastropoda : Viviparidae), from the Lower Cretaceous (Aptian, Wallumbilla Formation) of White Cliffs, New South Wales". Molluscan Research23 (2): 149-158. DOI:10.1071/MR03003, PDF.