Tegenwoordig is Zwarte lathyrus nog steeds een relevant onderwerp dat grote belangstelling en debat in de samenleving genereert. Deze kwestie is het onderwerp geweest van studie en onderzoek door experts in het veld, die hebben geprobeerd antwoorden te vinden op vragen en oplossingen voor problemen die verband houden met Zwarte lathyrus. Door de geschiedenis heen heeft Zwarte lathyrus een fundamentele rol gespeeld in het dagelijks leven van mensen en hun gedrag, houding en beslissingen beïnvloed. In dit artikel zullen we verschillende aspecten en perspectieven van Zwarte lathyrus verkennen, met als doel licht te werpen op dit onderwerp en de huidige implicaties ervan.
Zwarte lathyrus | |||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||||
Lathyrus niger (L.) Bernh. (1800) | |||||||||||||||||||||
![]() | |||||||||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||||||||
Zwarte lathyrus op ![]() | |||||||||||||||||||||
|
De zwarte lathyrus (Lathyrus niger) is een vaste plant die behoort tot de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae of Fabaceae). De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als soort die niet meer aanwezig is in Nederland. De plant komt van nature voor in Europa, naar het noorden tot Zuid-Scandinavië, naar het oosten tot Rusland, Kaukasus, de Balkan en naar het zuiden in Italië, Zuid-Frankrijk, het Iberisch Schiereiland en Noord-Afrika.
De plant wordt 30-80 cm hoog, heeft een twee- tot vierkantige, ongevleugelde stengel en een korte, dikke, houtige wortelstok. De samengestelde bladeren hebben vier tot zes (soms tot acht) paar elliptische tot langwerpige, 1-3 cm lange en 5-11 mm brede deelblaadjes.
De zwarte lathyrus bloeit in juni en juli met paarsblauwe en later blauw wordende bloemen. De kelk is 3,5-4,5 mm lang. De bloeiwijze is een tros met drie tot tien bloemen.
De vrucht is een 4,5-6 cm lange en 4-6 mm brede, gladde, bij rijpheid zwarte peul. In de peul zitten acht tot veertien, ronde tot eivormige, olijfgroene tot bruine zaden.
De plant komt voor op vochtige, kalkrijke grond in lichte hellingbossen en tussen het struikgewas.
De rups van de lathyruszwever (Neptis sappho) voedt zich met de bladeren van deze plant.