In de wereld van vandaag is Lood(II,IV)oxide een onderwerp dat van groot belang is voor een breed publiek. Het belang van Lood(II,IV)oxide komt tot uiting in de impact ervan op de samenleving, de economie en de cultuur. Zowel experts als amateurs tonen grote belangstelling voor dit onderwerp en proberen de implicaties en gevolgen ervan te begrijpen. Bovendien is Lood(II,IV)oxide een voortdurend evoluerend onderwerp, met nieuw onderzoek en ontwikkelingen die mensen geïnteresseerd en betrokken houden bij de studie ervan. In dit artikel zullen we Lood(II,IV)oxide en zijn invloed op verschillende gebieden diepgaand onderzoeken, en zo een alomvattende visie bieden die ons in staat stelt de impact ervan in de wereld van vandaag te begrijpen.
Lood(II,IV)oxide | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Structuurformule en molecuulmodel | ||||||
![]() | ||||||
Eenheidscel van lood(II,IV)oxide
| ||||||
![]() | ||||||
Lood(II,IV)oxide-poeder
| ||||||
Algemeen | ||||||
Molecuulformule | Pb3O4 | |||||
IUPAC-naam | lood(II,IV)oxide | |||||
Andere namen | loodtetraoxide, loodmenie, rood lood | |||||
Molmassa | 685,598 g/mol | |||||
CAS-nummer | 1314-41-6 | |||||
Wikidata | Q419205 | |||||
Beschrijving | Rode-oranje vaste stof | |||||
Waarschuwingen en veiligheidsmaatregelen | ||||||
| ||||||
H-zinnen | H272 - H302 - H332 - H360Df - H373 - H410 | |||||
EUH-zinnen | geen | |||||
P-zinnen | P201 - P220 - P273 - P308+P313 - P501 | |||||
Omgang | Contact en blootstelling vermijden | |||||
Opslag | In kunststof container met goed sluitende dop. | |||||
Fysische eigenschappen | ||||||
Aggregatietoestand | vast | |||||
Kleur | oranje-rood | |||||
Dichtheid | 8,3 g/cm³ | |||||
Smeltpunt | 500 °C | |||||
Geometrie en kristalstructuur | ||||||
Kristalstructuur | tetragonaal | |||||
Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar). | ||||||
|
Lood(II,IV)oxide of loodmenie (latijn: minium) is een anorganische verbinding van lood en zuurstof met als brutoformule Pb3O4. De stof komt bij kamertemperatuur voor als een oranje-rood poeder, dat onoplosbaar is in water. Lood(II,IV)oxide komt in de natuur voor als het zeldzame mineraal minium.
Lood(II,IV)oxide kan bereid worden door de calcinatie van lood(II)oxide bij een temperatuur van 450 tot 480 °C:
Deze methode is echter niet geschikt om hoogzuiver lood(II,IV)oxide te bereiden, aangezien het eindproduct gecontamineerd wordt met aanzienlijke hoeveelheden lood(II)oxide. Om de zuivere stof te bereiden wordt het aanwezige lood(II)oxide verwijderd met behulp van kaliumhydroxide, waardoor een in water oplosbaar loodcomplex ontstaat:
Een alternatieve bereidingsmethode is de verbranding van lood(II)carbonaat:
Lood(II,IV)oxide is een oxide dat uitkristalliseert in een tetragonaal kristalstelsel. Het behoort tot ruimtegroep P42/mbc. Bij afkoelen tot −100 °C gaat de structuur over in een orthorombische. Deze structurele verandering is echter vrij miniem: de bindingsafstanden en bindingshoeken in de eenheidscel wijzigen slechts licht.
In de kristalstructuur komt lood voor in twee oxidatietoestanden: +II en +IV.
Lood(II,IV)oxide is nagenoeg niet oplosbaar in water. Het lost wel goed op in (verdunde) zuren, waaronder zoutzuur en azijnzuur.
Bij verhitting boven 500 °C treedt ontleding tot lood(II)oxide op:
Wanneer lood(II,IV)oxide wordt opgelost in salpeterzuur, dan wordt enkel het tweewaardig lood omgezet in het corresponderende lood(II)nitraat, terwijl lood(IV)oxide achterblijft:
Lood(II,IV)oxide werd ook wel gebruikt als verfstof en is dan ook bekend als loodmenie. Deze oranje-rood gekleurde menie werd vroeger gebruikt als impregneermiddel voor bijvoorbeeld hout en metaal op vochtige plekken. De stof zorgt er dan voor dat het vocht nog beter afgeweerd wordt.
Van Gogh gebruikte de rode kleurstof in schilderijen, maar deze verbleekt onder invloed van zonlicht. [1]
Tevens wordt lood(II,IV)oxide gebruikt in de pyrotechniek voor een crackling-effect en typische kleuren.