In dit artikel gaan we Rijksstad Nördlingen vanuit verschillende perspectieven verkennen, waarbij we de impact ervan op de hedendaagse samenleving en de relevantie ervan op verschillende gebieden analyseren. Rijksstad Nördlingen is door de geschiedenis heen een object van studie en interesse geweest, wat ons ertoe aanzet na te denken over de invloed ervan op de moderne wereld. Door middel van een diepgaande en gedetailleerde analyse zullen we proberen licht te werpen op de verschillende aspecten eromheen, van de geschiedenis tot de mogelijke evolutie in de toekomst. Het doel is om een compleet en verrijkend overzicht te bieden waarmee we de rol die Rijksstad Nördlingen speelt in ons dagelijks leven beter kunnen begrijpen.
Reichsstadt Nördlingen Land in het Heilige Roomse Rijk ![]() | |||||
---|---|---|---|---|---|
| |||||
Symbolen | |||||
| |||||
Kaart | |||||
![]() | |||||
De rijksstad Nördlingen en de graafschappen Oettingen | |||||
Algemene gegevens | |||||
Hoofdstad | Nördlingen | ||||
Oppervlakte | 83 km² (ca. 1800)[1] | ||||
Bevolking | 16.000(ca. 1800)[2] | ||||
Talen | Duitse dialecten | ||||
Religie | Rooms-katholiek Lutheraans (vanaf 1522) | ||||
Politieke gegevens | |||||
Regeringsvorm | Rijksstad | ||||
Rijksdag | 1 stem op de Zwabische Bank in de Raad van Steden | ||||
Kreits | Zwabische Kreits |
De rijksstad Nördlingen was een tot de Zwabische Kreits behorende rijksstad binnen het Heilige Roomse Rijk.
De plaats wordt voor het eerst vermeld in 898 als de koningshof wordt overgedragen aan de bisschop van Regensburg. In 1215 verwerft keizer Frederik II de hof door een ruilverdrag van Regensburg voor het rijk terug. Tevergeefs proberen de graaf van Oettingen en de hertog van Beieren in het bezit van de heerschappij te komen. Het oudst overgeleverde stadsrecht van Nördlingen dateert uit 1290. Het is al snel een vrije Rijksstad. In 1323 weet de stad het ambt van ambtman aan de graven van Oettingen te ontnemen en in 1383 krijgt de stad dit ambt zelf in bezit. In 1522 wordt de Reformatie ingevoerd.
In de Reichsdeputationshauptschluss van 25 februari 1803 wordt in paragraaf 2 de inlijving bij het keurvorstendom Beieren vastgelegd, die op 1 september 1802 al had plaatsgevonden.
Het gebied van de rijksstad bestond naast de stad zelf uit Enkingen, delen van Nähermemmingen en Herkheim, Goldburghausen, Schweindorf e.a.