In dit artikel zullen we het belang van Classis Misenensis in de hedendaagse samenleving onderzoeken. Van de impact ervan op het dagelijks leven van mensen tot de relevantie ervan op professioneel gebied heeft Classis Misenensis een voortdurend debat op verschillende terreinen teweeggebracht. Door de jaren heen is Classis Misenensis het onderwerp geweest van studie en analyse, waardoor we de invloed ervan in verschillende contexten hebben kunnen begrijpen. Op dezelfde manier is het door recent onderzoek mogelijk geweest om nieuwe perspectieven op Classis Misenensis te ontdekken, wat ons ertoe aanzet na te denken over de huidige rol en de toekomstige projectie ervan.
De Classis Misenensis (voluit: classis praetoria Misensis) was de Romeinse militaire vloot aan de Tyrreense Zee met als basis Misenum (Miseno). Het was de belangrijkste Romeinse vloot.
De vloot werd in 27 v.Chr. opgericht door keizer Augustus.[1] Deze vloot werd oorspronkelijk classis Misenensis[2] of classis quae est Miseni[3] genoemd. De basis van de vloot werd de door Marcus Vipsanius Agrippa aangelegde Portus Julius bij Misenum.[4] Keizer Augustus liet eveneens een waterkelder aanleggen om de hele vloot van drinkwater te voorzien: de Piscina Mirabilis. De waterkelder werd gevoed door de Aqua Augusta.
Detachementen (vexillationes) van de vloot bevonden zich onder andere in Ostia, Pozzuoli, Centumcellae en havens op Sardinië en Corsica.
Een speciaal detachement werd in Rome gelegerd. Vanwege hun specifieke zeilkennis werden zij ingezet bij het hijsen van de grote zeilen van het Colosseum en de theaters, waarmee de toeschouwers werden beschermd tegen de felle zon. Dit detachement was gelegerd in de Castra Misenatium.
De commandant van de vlooteenheid heette de praefectus classis. In 79 was Plinius de Oudere bevelhebber van de vloot[5], in 114 Quintus Marcius Turbo.