Het thema van Buurtspoorwegen van de provincie Luik heeft de aandacht getrokken van mensen uit alle lagen van de bevolking. Of het nu een controversieel onderwerp, een invloedrijk persoon of een historische gebeurtenis betreft, Buurtspoorwegen van de provincie Luik is erin geslaagd interesse en debat te genereren in verschillende gemeenschappen en sociale kringen. Door de jaren heen is Buurtspoorwegen van de provincie Luik het onderwerp geweest van studie, analyse en reflectie, wat de relevantie en impact ervan op de samenleving en de populaire cultuur aantoont. In dit artikel zullen we verschillende aspecten onderzoeken die verband houden met Buurtspoorwegen van de provincie Luik, van de oorsprong en evolutie tot de invloed ervan op de wereld van vandaag.
De groep Buurtspoorwegen van de provincie Luik was een onderdeel van de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen. De NMVB was georganiseerd in regionale groepen die een grote zelfstandigheid en eigen beleid hadden. Oorspronkelijk waren alle lijnen in de provincie geëxploiteerd door pachters die hun eigen lijnen, stelplaats en organisatie hadden. De NMVB heeft bij de overname van de concessies, de pachterorganisatie niet veranderd. Hierdoor kent de NMVB in de provincie vier groepen:
Luik heeft naast de NMVB stadslijnen nog twee normaalsporige tramnetten gekend:
Later zijn deze twee tramnetten opgegaan in de STIL (Sociéte des Transport Intercommunaux de la region Liégeoise).
Verviers had een metersporig tramnet onder het beheer van de STIV (Sociéte des Transport Intercommunaux de l'agglomeration Vervietoise). De NMVB lijnen vanuit Spa en Eupen waren met elkaar verbonden door het stadsnet.
Na de Eerste Wereldoorlog annexeert België het gebied rond Eupen. Hierdoor komen de Duitse tramlijnen van het Akense stadsbedrijf AKG op Belgisch grondgebied te liggen - in 1923 worden ze overgenomen door de NMVB. Op 15 mei 1933 werd het geïsoleerde Eupense tramnet verbonden met het tramnet van Verviers met een nieuwe elektrische tramlijn. Zo ontstond er een elektrische tramverbinding tussen Verviers en Aken, met overstap aan de staatsgrens en in Eupen tot het einde van de Tweede Wereldoorlog.[2] Tijdens de Duitse bezetting van de Tweede Wereldoorlog wordt de annexatie snel teruggedraaid en voor een paar jaar rijdt het Duitse trambedrijf weer op deze lijnen. In 1945 gaan deze lijnen definitief terug naar de NMVB.
(lijnnummers uit het spoorboek[3] of stadslijn nummers)
( ) = Gemeenschappelijk met andere lijnen.
De Place Saint Lambert was het eindpunt van alle lijnen in Luik, maar sommige trams reden verder door.
Tot 11 september 1929 was de lijn Oerle – Ans de eigendom van de AO. Naast haar eigen lijn reed deze maatschappij onder concessie bij diverse NMVB lijnen in de buurt, de latere groep "Waremme" lijnen. Na de overname door de NMVB is de lijn geëlektrificeerd en is er een rechtstreekse verbinding naar Luik, Rocourt - Alleur, aangelegd. Met de elektrificatie van de aansluitende NMVB lijn Oerle – St. Truiden, is de rechtstreekse elektrische verbinding Luik – St.Truiden ontstaan.
Op 1 maart 1888 werd de eerste buurtspoorlijn geopend tussen Poulseur en Sprimont (lijn 458)[6]. Pas veel later werd de normaalsporige lijn verlengd tot Trooz. De eerste metersporige buurtspoorlijn werd op 6 mei 1888 geopend tussen Statte en Borgworm (lijn 470).
Op 23 december 1961 werden de laatste NMVB Luikse stadslijnen en de lijn naar Tongeren opgeheven. De laatste reizigerstram op een niet-elektrische lijn reed op 1 oktober 1955 tussen Blegny(dorp) en Dalhem. Gelijktijdig werd de aansluitende elektrische lijn naar Blegny - Luik opgeheven.
De eerste lijn Poulseur - Sprimont is ook de laatste lijn die op 30 april 1965 werd opgeheven voor het goederenvervoer. Er was hierna nog wel goederenvervoer op de ex-NMVB lijn Blegny (mijn) - Weerst tot 31 maart 1980. Van 27 maart 1973 tot 5 oktober 1991 is er een toeristische stoomexploitatie geweest op een deel van de lijn van Blegny (mijn) tot Mortroux. Na een dramatisch treinongeluk op die laatste datum is de exploitatie direct stopgezet en is het baanvak opgebroken.
In het openbaar vervoermuseum "Museum voor het Openbaar Vervoer van Wallonië" zijn de bewaarde buurtspoorwegtrams en stadstrams van Luik en Verviers te bezichtigen.