Visual tree assessment, kortweg VTA, is een door de Duitse hoogleraar Claus Mattheck (1947) ontwikkelde methode om bomen te onderzoeken op eventuele gebreken die kunnen leiden tot breuk. Strikt gezien is de in Nederland gebruikte boomveiligheidscontrole (afgekort als BVC) niet hetzelfde als VTA aangezien bij de BVC ook elementen uit andere methoden gebruikt worden.
Volgens deze methode kunnen (interne) gebreken ontdekt worden aan de hand van een visuele controle van de boom. Hierbij inventariseert en analyseert men dus uiterlijke signalen van potentiële (mechanische) zwakte. Bij nader aanvullend onderzoek dat buiten de VTA-inspectie valt, kan de interne degradatie van de boom nadien nog worden gemeten met de tomograaf en de penetrometer. Zo kan men zien of de kritische drempel voor aanvaardbaar risico niet overschreden wordt.
Een visual tree assessment bestaat uit drie fasen:
In het geval van een interne onregelmatigheid, zoals een holte, kunnen gespecialiseerde instrumenten worden gebruikt om deze op te meten.
In Nederland zijn ca 2.000 gecertificeerde boomveiligheidscontroleurs. Zij zijn opgeleid en hebben examen gedaan. Na een examen krijgen ze een BVC-pas uitgereikt door Stichting Groenkeur die een landelijk register bijhoudt. De behaalde kwalificatie is vijf jaar geldig.
Voor de regelmaat waarmee bomen moeten worden gecontroleerd, is geen vaste norm te geven. De frequentie wordt in de praktijk bepaald door de mate van gevaar. Het gevaar hangt onder meer af van de locatie, de leeftijd en de omvang van de boom en de toestand waarin de boom verkeert.