In dit artikel gaan we het onderwerp Aethomys behandelen, dat van het allergrootste belang is vanwege de relevantie ervan in de huidige samenleving. Aethomys heeft op verschillende gebieden grote belangstelling gewekt, omdat de impact ervan zich uitstrekt tot meerdere aspecten van het dagelijks leven. Het is noodzakelijk om dieper op dit onderwerp in te gaan om de implicaties en gevolgen ervan beter te begrijpen. In dit artikel zullen we verschillende perspectieven en benaderingen met betrekking tot Aethomys analyseren, met als doel een brede en complete visie te bieden waarmee de lezer zich kan verdiepen in de complexiteit en betekenis ervan. Zonder enige twijfel is Aethomys een onderwerp dat het verdient om diepgaand onderzocht en besproken te worden. Daarom is het essentieel om het op een rigoureuze en uitputtende manier aan te pakken.
Aethomys Fossiel voorkomen: Laat-Mioceen tot heden | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||
Aethomys namaquensis | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||
Aethomys Thomas, 1915 | |||||||||||||||
Typesoort | |||||||||||||||
Epimys hindei Thomas, 1902 | |||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||
Aethomys op ![]() | |||||||||||||||
|
Aethomys is een geslacht van knaagdieren uit de muizen en ratten van de Oude Wereld (Murinae) dat voorkomt in rotsachtige gebieden in zuidelijk en oostelijk Afrika. Volgens genetische gegevens is dit geslacht net nauwst verwant aan Grammomys andere Afrikaanse Murinae, hoewel het in oudere indelingen vaak als ondergeslacht van Rattus wordt gezien. Het geslacht Micaelamys werd vroeger als een ondergeslacht van Aethomys gezien. Er zijn fossielen bekend vanaf het Laat-Mioceen in Namibië, Zuid-Afrika en Oost-Afrika. De Namibische fossielen horen bij de oudste Afrikaanse Murinae.[1]
Ze lijken oppervlakkig op echte ratten (Rattus), maar hebben in tegenstelling daarmee witte voeten en haren op de staart. Deze soorten hebben een zachte vacht waarvan de kleur zeer sterk varieert onder de verschillende vormen. De kop-romplengte bedraagt 12 tot 19 cm, de staartlengte 12 tot 21 cm en het gewicht 50 tot 150 gram. Ze eten fruit, zaden, wortels, noten en mogelijk wat insecten. Ze zijn 's nachts actief; overdag slapen ze in zelfgegraven holen, die meestal onder struiken of stenen verborgen zijn of zich in een termietennesten bevinden. Ze klimmen ook in bomen als ze naar voedsel zoeken. De holen worden gedeeld door een familiegroep, die een paartje en hun kinderen omvat. De mannetjes zijn intolerant en agressief tegenover andere mannetjes.[2][3]
Er zijn negen soorten:[4]